De voorzitter opent de zitting op 18/12/2023 om 20:02.
Gelet op de notulen van de OCMW-raad d.d. 27 november 2023.
Gelet op de artikelen 32, 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur.
Art. 1 De notulen van de OCMW-raad d.d. 27 november 2023 worden goedgekeurd.
Binnen het meerjarenplan 2020-2025 werd het opstarten van een beleid rond buurtwerking als prioritaire actie aangehaald.
Naast het stimuleren en ondersteunen van buurtgerichte netwerken en de creatie van zorgzame buurten wordt er ook ingezet op activiteiten om buren te verbinden en vragen naar zorg en ondersteuning op te vangen.
In het kader van buurtwerking, werd er al geruime tijd bekeken of buurtrestaurants een toenadering naar inwoners zou kunnen vormen. Om zorg en hulp toegankelijker en dichter bij de inwoners te krijgen, kan een buurtrestaurant de drempel verlagen.
Van september 2023 tot december 2023 werd er samen gewerkt met Jobervaringscentrum de Krone. Op 22 november werd er bij de deelnemers een bevraging gehouden, zodat we de werking grondig kunnen evalueren. Dit werd door de dienst zorg en doelgroepen verder opgevolgd.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzingen;
Artikel 1: Wat is een buurtrestaurant
Een buurtrestaurant is een plek waar je terecht kan voor een lekkere en gezonde maaltijd in aangenaam gezelschap.
Een buurtrestaurant (in sommige gemeenten ook een dorpsrestaurant) legt de nadruk op de ontmoeting van buurtbewoners. Hierin verschilt het van een sociaal restaurant dat zich eerder inzet om sociaal kwetsbare mensen van een maaltijd te voorzien.
Artikel 2: Doel van een buurtrestaurant
Maandelijks wordt een buurtrestaurant georganiseerd op een locatie in de gemeente Kapelle-op-den-Bos. Het is in eerste instantie een ontmoetingsplaats voor mensen uit buurt, maar iedereen is van harte welkom. Door deze activiteit in verschillende buurten te organiseren, geven we iedereen de kans om dicht bij huis te eten en kennis te maken met korte of verre buren.
Samen aan tafel gaan in een buurtrestaurant zorgt voor nieuwe sociale contacten, brengt mensen samen en versterkt het buurtleven.
Artikel 3: Voor wie is er een buurtrestaurant.
Het buurtrestaurant is toegankelijk voor elk inwoners van Kapelle-op-den-Bos of voor wie in gezelschap is van een inwoner van Kapelle-op-den-Bos. Er worden geen voorwaarden opgelegd op basis van leeftijd of inkomen.
Artikel 4: Waar en wanneer gaat het buurtrestaurant door.
Het buurtrestaurant gaat door elke 3e woensdag van de maand. De locatie en menu worden telkens in het voorafgaande Infokanaal aangekondigd. Ook zal deze informatie op de website van de gemeente terug te vinden zijn en op de gemeentelijke sociale media.
De deuren openen om 11.30 u. Het eten wordt vanaf 12 u. geserveerd. Het buurtrestaurant eindigt om 14.00 u.
Een maaltijd bestaat uit soep, een hoofdgerecht en dessert met koffie of thee. Water tijdens de maaltijd wordt gratis aangeboden. Andere dranken zijn verkrijgbaar tegen betaling volgens de tarieven vastgesteld in het retributiereglement goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 29 augustus 2022.
Artikel 5: Prijsbepaling van de maaltijden
Voor een maaltijd (voorgerecht, hoofdschotel en dessert) betaalt een deelnemer 15 euro.
Kinderen -12 jaar betalen 8 euro voor een volledige maaltijd.
Personen met een beperkt inkomen kunnen via het Sociaal Huis een sociaal tarief aanvragen. Voor volwassenen wordt 5 euro aangerekend en voor kinderen 3 euro.
Indien maaltijden worden betaald voordat het sociaal en financieel onderzoek kon plaatsvinden, wordt het teveel betaalde bedrag gecrediteerd wanneer blijkt dat een gunstiger tarief van toepassing was.
Wie komt er in aanmerking voor het sociaal tarief:
- Mensen met verhoogde tegemoetkoming.
- Mensen met leefloon of equivalent leefloon ontvangen.
- Gepensioneerden die een Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) ontvangen.
- Mensen die een Integratie- of een Inkomensvervangende Tegemoetkoming (IT/IVT) ontvangen.
Maaltijden worden bij voorkeur ter plaatse betaald (cash of Payconiq). Indien dit niet mogelijk is wordt er een factuur opgemaakt.
Artikel 6: Vrijwilligers
De werking van het buurtrestaurant wordt ondersteund door vrijwilligers. Deze vrijwilligers vallen onder het vrijwilligersbeleid van de gemeente.
Vrijwilligers verbonden aan het buurtrestaurant kunnen mee aan tafel schuiven. Hiervoor worden maximum 4 vrijwilligers voorzien. Deze vrijwilligers kunnen gratis een maaltijd nuttigen.
Artikel 7: Inschrijvingsprocedures
Een maaltijd reserveren kan tot één week op voorhand. De inschrijvingen worden afgesloten op woensdag om 12u (één week voor het buurtrestaurant).
Je kan telefonisch of via e-mail reserveren bij de dienst Zorg en doelgroepen. De plaatsen zijn beperkt.
Het annuleren van een maaltijd kan bij het onthaal van het Sociaal Huis, telefonisch of schriftelijk en kosteloos tot maandag 12u voorafgaand aan de restaurantdag. Verwittig je nadien of kom je niet opdagen, wordt de maaltijd aangerekend aan de hand van een factuur. De inschrijver verbindt zich ertoe de maaltijden te betalen binnen de vooropgestelde termijn. Indien facturen niet of stelselmatig laat betaald worden, kan de inschrijving voor toekomstige maaltijden geweigerd worden.
Personen aan wie het sociaal tarief werd toegekend en die meermaals zonder geldige annulatiereden afwezig zijn tijdens de maaltijd(bedeling), kunnen door de algemeen directeur en de voorzitter geschorst worden van het sociaal tarief.
Artikel 8: Vervoer
Deelnemers die minder mobiel zijn en niet meer op eigen kracht (te voet, fiets, auto, openbaar vervoer of meerijden met vrienden buren of familie) naar het buurtrestaurant kunnen komen, kunnen dit melden bij de dienst Zorg en doelgroepen.
Artikel 9: Klachten en meldingen.
Heb je een klacht over het buurtrestaurant? Dan kan je dat in alle discretie laten weten aan de dienst Zorg en doelgroepen. Zij behandelen de klacht zo snel mogelijk en houden je op de hoogte.
Ook voor meldingen die betrekking hebben op het buurtrestaurant kan je terecht bij de dienst Zorg en doelgroepen.
Contacteren van de dienst kan via zorgendoelgroepen@kapelle-op-den-bos.be of 015 71 92 10.
Alle informatie is ook steeds terug te vinden op de website.
Artikel 10: Duurtijd van dit reglement
Dit reglement geldt vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024.
Art. 1 De raad keurt het reglement buurtrestaurants goed voor de periode 1 januari 2024 tot 31 december 2024.
Art. 2 De raad belast het vast bureau met de verdere uitvoering van deze beslissing
Art. 3 Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan JEC De Krone.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het deel aanpassing van het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 van het OCMW vast.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen;
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen en latere wijzigingen;
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen en latere wijzigingen.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 - aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat het lokaal bestuur minstens één keer per jaar het meerjarenplan moet aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Als dat nodig is kunnen de kredieten voor het lopende boekjaar, 2023, ook aangepast worden.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in de aanpassing van het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen en dit voor zowel de jaren 2023 als 2024.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het totale aangepaste meerjarenplan definitief is vastgesteld.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.
Het ontwerp van meerjarenplan voor het deel OCMW bevat volgende documenten:
• Strategische nota
• Financiële nota
• Toelichting
Het overzicht van de financiële risico's;
Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is.
Beschrijving grondslagen en assumpties;
Motivering van de wijzigingen.
Tenslotte worden nog documenten toegevoegd die onderdeel zijn van de documentatie.
Art. 1 Het meerjarenplan 2020-2026 deel OCMW: boekjaar 2023 en boekjaar 2024 (BP2020_2026-4) bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1), de staat van het financieel evenwicht (M2) en het overzicht van de kredieten (M3) wordt vastgesteld.
Art. 2 Het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -1.200.041 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -2.699.281 euro en het beschikbaar budgettair resultaat 2025 bedraagt: -3.899.322 euro.
De autofinancieringsmarge boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -1.196.041 euro en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt in 2025: -1.191.773 euro.
Art. 3 De kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2023-2024 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet | Totaal bedrag voor 2023 | Totaal bedrag voor 2024 |
Totaal exploitatie-uitgaven | 2.279.672 | 2.367.884 |
Totaal exploitatie-ontvangsten | 1.253.785 | 1.141.579 |
Totaal investerings-uitgaven | 281.160 | 422.700 |
Totaal investerings-ontvangsten | 0 | 60.000 |
Totaal financierings-uitgaven | 8.696 | 9.024 |
Totaal financierings-ontvangsten | 0 | 0 |
In het meerjarenplan 2020-2026 heeft het OCMW een aantal subsidies voorzien.
Enerzijds deze gebaseerd op een reeds door de OCMW-raad goedgekeurd subsidiereglement, om tot uitbetaling over te gaan is slechts een beslissing van het vast bureau vereist. Anderzijds zijn er ook subsidies voorzien waarvoor geen reglement voorhanden is, de zogenaamde 'nominatieve' subsidies. De toekenning van deze subsidies is een bevoegdheid van de OCMW-raad.
De raad kan ook een lijst van nominatieve subsidies goedkeuren in plaats van afzonderlijke beslissingen per subsidie.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de BBC (BVR BBC);
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de BBC (MB BBC).
Volgens het oude BBC maakte de lijst met nominatief toegekende subsidies integraal deel uit van de beleidsnota van het budget (cf. art. 16, 6° BVR BBC). Deze lijst met nominatieve subsidies in het budget hield eigenlijk (impliciet) de beslissing van de OCMW-raad in tot toekenning van die subsidies. In het nieuwe BBC wordt deze lijst niet meer opgenomen als onderdeel van het meerjarenplan. In de documentatie bij het (aangepast) meerjarenplan (wat niet hetzelfde is als de toelichting van het meerjarenplan) moet echter wel een overzicht worden opgenomen van de toegestane werkings- en investeringssubsidies (dit zijn alle ramingen op MAR 649 en 664) (cf. art. 4, 1ste lid, 3° van het MB BBC). Dat betekent dus ook de nominatieve toelagen. Dat overzicht houdt echter niet langer een beslissing in, maar is louter informatief.
Voor de bevoegdheid tot het toekennen van subsidies dient men terug te vallen op de artikelen 41, 2de lid, 23° en 78, 2de lid, 17° van het DLB. Deze artikelen bepalen dat de bevoegdheid voor “het toekennen van nominatieve subsidies” toekomt aan de raad.
De raad moet dus een besluit nemen tot nominatieve toekenning van elke subsidie afzonderlijk. Om niet elk dossier apart voor te leggen aan de raad, wordt thans globaal een lijst van nominatief toe te kennen subsidies voorgelegd aan de OCMW-raad die deze kan goedkeuren voor uitbetaling in 2024.
Wanneer bij de toekenning van deze bedragen zou afgeweken worden of wanneer een nieuwe nominatieve subsidie zou toegekend worden aan een begunstigde die niet in de overzichtslijst in de documentatie (en bijlage) is opgenomen én deze binnen de grenzen van de globale exploitatie of investeringen blijft, dient dat betreffend dossier apart aan de OCMW-raad voorgelegd te worden voor goedkeuring zonder dat een aanpassing van het meerjarenplan vereist is.
Art. 1 De OCMW-raad keurt de lijst van nominatieve subsidies 2024 goed. Deze mogen uitbetaald worden in de loop van het jaar 2024.
Art. 2 De OCMW-raad geeft opdracht aan het vast bureau om de nominatieve subsidies toe te kennen binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Art. 3 Een nominatieve subsidie wordt uitgevoerd op basis van een dotatiebesluit of een subsidieaanvraag. De subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is. Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorwaarde dat het uitbetalen van een nominatieve subsidie een controlerecht inhoudt en dat de nominatieve subsidie deels of helemaal kan teruggevorderd worden wanneer de subsidies niet aangewend wordt overeenkomstig het doel waarvoor de subsidie wordt verleend.
Art. 4 Toelagen van meer dan 24.789,35 euro dienen als verantwoordingsstuk minimaal de balans en jaarrekeningen in te dienen, alsook van een jaarverslag.
Retributiereglement voor activiteiten van de dienst zorg- en doelgroepen.
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40, §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De dienst zorg- en doelgroepen organiseert activiteiten waarvan de kosten geheel of gedeeltelijk kunnen verhaald worden op de deelnemers. Het betreft activiteiten zoals bijvoorbeeld verveel-je-nietjes, workshops, cursussen. Daarnaast zijn er ook activiteiten in samenwerking met externe partners. De kosten van de activiteiten zijn afhankelijk van de gebruikte materialen, lesgevers, locatie en andere parameters. In de toekomst kunnen ook nieuwe initiatieven ontstaan. Bestaande activiteiten kunnen vervangen worden door nieuwe initiatieven of overgenomen worden door externe partners.
Het is niet voor iedereen evident om de kostprijs te betalen voor deelname aan gemeentelijke vrijetijdsactiviteiten (sport, cultuur, jeugd, buitenschoolse kinderopvang, bibliotheek). Het bestuur heeft daarom beslist om de prijsvork ruim in te stellen. Niet elke activiteit die door het lokaal bestuur georganiseerd wordt, is bovendien betalend.
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2024 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een retributie geheven op de deelname aan betalende activiteiten van het sociaal huis. Niet elke georganiseerde activiteit is betalend.
Artikel 2
Deze retributie is verschuldigd door de deelnemer aan de betalende activiteit.
Artikel 3
De retributie voor deelname aan een betalende activiteit bedraagt minimum 1,00 EUR en maximum 50,00 EUR per activiteit/daguitstap/workshop. Het bedrag van deze bijdrage wordt voorafgaand aan iedere betalende activiteit vastgelegd door het vast bureau.
Artikel 4
Het vast bureau wordt opdracht gegeven om, bij toepassing van artikel 41 van het decreet lokaal bestuur over te gaan tot de vaststelling van het tarief van nog vast te leggen activiteiten, alsook van de wijze van inning, o.a. rekening houdend met de bepalingen vervat in artikel 272 van het decreet lokaal bestuur, zoals geactualiseerd van toepassing.
Artikel 5
De retributie is te voldoen bij aanvang van de activiteit of bij inschrijving vooraf. Betaling gebeurt in contanten bij aanvang van de activiteit of per factuur bij vooraf inschrijven, tenzij anders bepaald door het vast bureau.
Artikel 6
De terugbetaling van de retributie gebeurt enkel wanneer de deelnemer omwille van medische redenen niet kan deelnemen aan de activiteiten. Er dient steeds een doktersattest te worden voorgelegd. Er wordt alleen terugbetaald via overschrijving.
Artikel 7
Bij gebrek aan betaling in der minne, wordt het niet-betwiste gedeelte van de retributie ingevorderd overeenkomstig de bepalingen in art. 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Het betwiste gedeelte van de retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de regels van de burgerlijke rechtspleging.
Artikel 8
Overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur zal deze beslissing worden afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 9
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking op de webtoepassing.
Gehoord mevrouw Else Vanden Broeck, raadslid, die namens de proKA-fractie dit extra punt heeft toegevoegd aan de dagorde van de gemeenteraad en dit ook toelicht.
In ons arrondissement Halle-Vilvoorde zijn er 16.500 werkzoekenden, waarvan 12.000 tussen 25 en 59 jaar. Dat zijn heel veel mensen en dus ook veel dossiers die door een moeilijkere bereikbaarheid van vakorganisaties massaal aankloppen bij lokale sociale diensten.
Meer en meer Sociale Huizen moeten dus voorschotten uitbetalen aan werkzoekenden.
Concreet dient de werkzoekende zijn of haar dossier in bij de overheid of vakbond, waarna de uitkering na goedkeuring volgt. Maar als een dossier te lang aansleept, dan kloppen de mensen bij het OCMW aan, dat dan een voorschot op de uitkering uitbetaalt.
In Wemmel bvb was het vorige maand nog een handvol dossiers en in een aantal weken steeg dit aantal voor uitbetaling voorschotten naar 12. Een verdubbeling dus.
Vandaar mijn vragen:
1/ Is deze tendens ‘van meer en meer aanvragen tot uitbetaling van voorschotten voor werkzoekenden’ ook voelbaar bij ons Sociaal Huis?
2/ Kunnen hier de cijfers van bezorgd worden?
De voorzitter sluit de zitting op 18/12/2023 om 20:26.
Namens raad voor maatschappelijk welzijn,
Siebe Ruykens
algemeen directeur
Hendrik De Vleeschouwer
voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn