De raad keurt de aanpassing van het belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten - 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 - goed.
Belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten.
Artikelen 41, 162 en 170, §4, van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335, en latere wijzigingen;
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij decreten van 21 december 2012 en 1 maart 2013;
Het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen.
Het ongevraagd en systematisch verspreiden van ongeadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten in alle brievenbussen is nadelig voor het milieu. Het volume papierafval verhoogt en brengt bijkomende kosten van onder meer afhaling en verwerking met zich mee.
Er is een vrijstelling voor verenigingen die sociale of culturele activiteiten organiseren en voor folders uitgeven die gerelateerd zijn aan het doel en de werking van de vereniging en dit omwille van het maatschappelijk belang die deze organisaties hebben.
Daarnaast wordt een vrijstelling voorzien voor drukwerk van een beperkt formaat of reclamebladen waarbij de publiciteit van ondergeschikt belang is, aangezien de intentie niet is om inwoners te overtuigen tot het gebruik of verbruik van diensten, producten of transacties.
Het bestuur wenst het reglement te verduidelijken met o.a. een uitbreiding van de definitie, een aanpassing van de prijszetting en een verduidelijking om welk aantal brievenbussen het gaat. Deze aanpassing vervangt het vorige reglement dat werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 16 december 2019 en in ging op 1 januari 2020. De aanpassing van dit reglement gaat in voege op 1 juli 2021 en loopt tot 31 december 2025.
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.
Amendement CD&V
Artikel 5: Zijn van de belasting vrijgesteld:
Met 17 stemmen voor (Renaat Huysmans, Bruno Keuleers, Lena Ghysels, Hilde De Keersmaeker, Geert Van de Voorde, Ilse Rymenants, Sonja Thielemans, Ken Keuleers, Hendrik De Vleeschouwer, Peggy Somers, David Hermans, Edward De Wit, Jos Thomas, Mathias Diricx, Ann Van Rompaey, Chris Reniers, Jan De Doncker), 2 onthoudingen (Else Vanden Broeck, Dirk Hermans)
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de huis-aan-huis verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten.
Artikel 2
Verspreiding huis-aan-huis: de bedeling op het grondgebied van de gemeente (of een deel ervan) van drukwerk zonder adressering in de brievenbussen en zonder initiatief van de bestemmeling.
Gelijkgestelde producten: onder meer alle stalen en reclamedragers, door de adverteerders aangeboden, die willen aanzetten tot het gebruik of verbruik van diensten, producten of transacties. De opsomming is niet limitatief. Aankondigingen van vacatures en overlijdensberichten worden niet aanzien als reclamedragers.
Niet-geadresseerd: het ontbreken van een individuele adressering, waarbij ook de collectieve adresaanduiding per straat, of een gedeeltelijke straatvermelding, wordt beschouwd als niet-geadresseerd.
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren.
Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan of niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.
De drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4
De tarieven wordt vastgesteld als volgt:
Het opengeplooide drukwerk dat groter is dan 1 A4 (29,6 cm x 21 cm) wordt aanzien als meerbladig drukwerk.
De minimum aanslag per bedeling bedraagt 100,00 EUR.
Bij de bedeling van folders in een deel van de gemeente, is steeds de aanslag verschuldigd voor het volledige bedelingsgebied.
Het aantal brievenbussen zal jaarlijks worden vastgesteld door het College van burgemeester en schepenen op basis van de gegevens van Bpost en BD (Belgische Distributiedienst) volgens het netto-aantal bussen (d.w.z. enkel bussen zonder "geen reclamesticker").
Artikel 5
Zijn van de belasting vrijgesteld:
Artikel 6
De belastingplichtige is gehouden ten minste 24 uren voor de dag waarop de verspreiding aanvangt, aan het gemeentebestuur aangifte te doen van het onder artikel 2 bedoelde reclamedrukwerk op het daartoe bestemde formulier dat op verzoek ter beschikking wordt gesteld of via het daartoe bestemde elektronische platform dat door het gemeentebestuur ter beschikking wordt gesteld. Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag en een specimen van het verspreide drukwerk of het gelijkgesteld product.
Voor de periodieke verspreiding mag de aangifte bij voorbaat gedaan worden voor een periode van hoogstens 12 maanden.
Artikel 7
Bij gebreke van een aangifte binnen de in artikel 6 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 8
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 10% ingeval van een eerste inbreuk op de aangifteverplichting, 50% ingeval van een tweede inbreuk op de aangifteverplichting en 100% ingeval van drie of meerdere inbreuken op de aangifteverplichtingen. In geen geval mag het verhoogd recht het dubbele van de verschuldigde belasting overschrijden. De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Artikel 9
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 10
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 11
De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn en vermeldt:
1. de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige ten laste van wie de belasting gevestigd wordt;
2. het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.
De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 12
Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de rechtbank van eerste aanleg.
Artikel 13
De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelasting en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 14
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.