Terug
Gepubliceerd op 11/04/2025

Besluit  Vast Bureau

ma 07/04/2025 - 10:00

Retributiereglement Tweedehandswinkel - tot en met 31 december 2025 - beslissing

Aanwezig: Mathias Diricx, burgemeester
Dirk Hermans, Jos Thomas, Else Vanden Broeck, schepenen
Siebe Ruykens, algemeen directeur
Verontschuldigd: Edward De Wit, schepen

Het vast bureau keurt het retributiereglement van de tweedehandswinkel tot en met 31 december 2025 goed.

Aanleiding

Vaststellen retributiereglement voor de tweedehandwinkel.

Regelgeving

Artikel 173 van de Grondwet;

  

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivatie van bestuurshandelingen;

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 77, 78, 279, 285 t.e.m. 288 en 326 e.v.;

 

De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

 

OCMW-raadsbelissing van 31 maart 2025 van het vaststellen van het reglement intern bestuur inzake modaliteiten voor het bepalen van het begrip "dagelijks bestuur" en "dagelijks personeelsbeheer".

Feiten, context en argumentatie

Het is noodzakelijk om een retributiereglement vast te stellen inzake diensten en activiteiten die uitgevoerd worden door de uitbating van de tweedehandswinkel.

 

Er dient minimaal bepaald te worden wie de retributie verschuldigd is (voor zover dat niet als vanzelfsprekend volgt uit de aard van de retributie) en welke vrijstellingen en verminderingen eventueel worden toegekend.

Het is van cruciaal belang om uit te maken wat onder het begrip “retributie” kan ressorteren.

Volgende criteria kunnen worden gehanteerd voor de omschrijving van een “retributie” :

  1. een billijke vergoeding van de kostprijs;
  2. voor een door de overheid verrichte dienst aan een derde;
  3. in diens persoonlijk belang;
  4. en op zijn vrijwillig verzoek.
 

De tweedehandswinkel verzamelt herbruikbare goederen en verkoopt ze weer, waardoor ze niet op de afvalberg terechtkomen. Ongeveer de helft wordt opnieuw verkocht in de winkels en dus lokaal hergebruikt.

 

Het aanbod varieert dagelijks, maar voor basisproducten wordt steeds een basisprijs bewaakt. Iedereen, ook mensen met een beperkt budget, moeten kwaliteitsvolle goederen kunnen kopen.

Besluit

Artikel 1

Vanaf de vijfde dag na bekendmaking en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 worden de tarieven vastgesteld voor de verkoop van tweedehandsproducten in de tweedehandswinkel.

 

Artikel 2

Het tarief is verschuldigd door de aanvrager (koper) aan wie de goederen worden overgedragen.

 

Artikel 3

Het vast bureau stelt de bedragen van de retributie vast binnen vastgestelde minimum- en maximumgrenzen.

Het materiaal dat wordt verkocht en de te heffen minimum- en maximumgrenzen van de retributie worden als volgt bepaald :

Categorie  Minimum - Maximum
Kledij € 0,10 - € 10,00
Textiel € 1,00 - € 15,00
Accessoires € 0,10 - € 10,00
Babyartikelen € 0,50 - € 20,00
Speelgoed/ontspanning € 0,50 - € 10,00 
Elektronica € 5,00 - € 100,00
Schoolgerief € 0,10 - € 5,00
Keukengerei € 0,10 - € 40,00 
Decoratie € 0,10 - € 20,00
Lusters/lampen € 3,00 - € 15,00
Klein meubilair € 5,00 - € 50,00

 

Artikel 4

Het tarief is betaalbaar op het moment van de verkoop tegen afgifte van een ontvangstbewijs, hetzij door afgifte van een geldige Kapellebon.

 

Artikel 5

Het vast bureau kan beslissen om bepaalde acties, kortingen,... toe te staan. 

 

Artikel 6

Om de kwaliteit van de goederen te verzekeren worden enkele voorwaarden gekoppeld aan de inname van de goederen:

  1. Bij het inleveren bepaalt een winkelbediende of vrijwilliger welke goederen geschikt zijn voor hergebruik. Basisproducten zoals kledij, textiel, accessoires, babyartikelen, keukenspullen, tuinspullen, boeken, lp’s, video’s, cd’s en dvd’s, muziekinstrumenten, speelgoed, knutselspullen, klein elektro, armaturen, lampen, kleine meubels, decoratie kunnen ingenomen worden, afhankelijk van de staat van de goederen.
  2. Alle goederen dienen schoon, onbeschadigd, vervoerbaar, werkend, compleet, veilig of niet te zwaar te zijn.
  3. De goederen worden ingenomen zonder enige vergoeding of tegenprestatie en worden eigendom van het OCMW.
  4. Alle goederen moeten aangeboden worden in de tweedehandswinkel, tijdens de openingsuren of na afspraak. Goederen die afgezet worden zonder medeweten van een winkelbediende of vrijwilliger vallen onder de vorm van sluikstorten, en zullen ook zo behandeld worden.
 

 Artikel 7

De tweedehandswinkel verkoopt enkel gebruikte artikelen.

De goederen worden verkocht in de staat waarin ze zich bevinden. Verkochte goederen worden niet omgeruild of teruggenomen.

De klant is op de hoogte van de manier waarop de goederen verworven werden en aanvaardt dat deze goederen gebreken kunnen vertonen, die niet door het lokaal bestuur kunnen gekend zijn, en dat het om tweedehandsgoederen gaat die mogelijks niet voldoen aan de vereisten inzake veiligheid. Deze omstandigheden betreffen onder meer de onzekerheid over de identiteit van de producent, van de importeur en van de opeenvolgende kopers en gebruikers, alsook de buitenmatig lage verkoopprijs en de onmogelijkheid van een deskundig nazicht van de zaak voorafgaand aan de verkoop.