De voorzitter opent de zitting op 25/11/2024 om 19:59.
De notulen van de OCMW-raad d.d. 21 oktober 2024 worden goedgekeurd.
Gelet op de notulen van de OCMW-raad d.d. 21 oktober 2024.
Gelet op de artikelen 32, 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur.
Art. 1 De notulen van de OCMW-raad d.d. 21 oktober 2024 worden goedgekeurd.
De raad keurt het reglement aanbieden van fietslessen voor volwassenen goed.
Door het aanbieden van fietslessen voor volwassenen willen we meer mensen op de fiets krijgen. Wanneer meer mensen kunnen fietsen, raken ze ook beter geïntegreerd, kunnen ze zelfstandiger worden en hebben een ruimer bereik. Er is dus een grotere zelfstandigheid. Daarnaast is er natuurlijk ook het gezondheidsaspect: fietsen is gezond.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 artikel 78.
Het lokaal bestuur stelt al een aantal jaren fietsen ter beschikking van klanten van het OCMW. Nu wenst het lokaal bestuur nog een stap verder te gaan door fietslessen voor volwassenen aan te bieden. Fietsen biedt immers meer vrijheid en zelfstandigheid zodat personen zich meer en beter kunnen integreren. Bovendien is het gezond.
De 1 op 1 - lessen worden gegeven door vrijwilligers die hiervoor op 12 november een opleiding hebben gevolgd. In het kader van de lessen, is een reglement opgesteld waarin de kracht- en richtlijnen worden weergegeven. De lessen worden gratis aangeboden. Zo krijgt iedereen de kans om deel te nemen.
Reglement Fietslessen voor volwassenen
Artikel 1: Wat houden de fietslessen in?
In eerste instantie is het uiteraard de bedoeling volwassenen te leren fietsen. Dit wordt in drie stappen aangepakt: eerst de motoriek aanleren die vereist is bij het fietsen, daarna leren fietsen in een verkeersvrije omgeving om dan in een laatste stap te leren fietsen in het verkeer en dus rekening houdend met de geldende verkeersregels. Die verkeersregels worden dus ook uitgebreid besproken en aangeleerd door de vrijwilligers.
Artikel 2: Wat is het doel van de fietslessen?
Door het aanbieden van fietslessen voor volwassenen (gegeven door vrijwilligers) willen we meer mensen op de fiets krijgen. Wanneer meer mensen kunnen fietsen, raken ze ook beter geïntegreerd. Ze kunnen zich dan makkelijker verplaatsen door gebruik te maken van hun fiets en zijn dus ook minder beperkt tot hun eigen straat of buurt. Doordat mensen zich kunnen verplaatsen met de fiets zijn ze ook minder afhankelijk van openbaar vervoer of anderen om zich te verplaatsen. Er is dus een grotere zelfstandigheid. Daarnaast is er natuurlijk ook het gezondheidsaspect: fietsen is gezond.
Artikel 3: Voor wie zijn de fietslessen bedoeld?
De fietslessen zijn bedoeld voor inwoners uit de gemeente Kapelle-op-den-Bos die nog niet met de fiets kunnen rijden. De fietslessen zijn voor iedereen toegankelijk. Er worden geen voorwaarden opgelegd op basis van leeftijd of inkomen. Als de deelnemer jonger dan 12 jaar is, moet er steeds een ouder aanwezig zijn bij de lessen.
Artikel 4: Wie geeft de fietslessen?
De fietslessen worden gegeven door vrijwilligers die eerst een opleiding hebben gevolgd “Train the trainer” die de drie aspecten van de fietslessen belicht: fietsvaardigheden (technisch leren fietsen), wegcode voor beginnende fietsers en op straat leren fietsen. De vrijwilligers vallen onder het vrijwilligersbeleid van de gemeente Kapelle-op-den-Bos.
Artikel 5: Hoeveel bedraagt de kostprijs voor de fietslessen?
De fietslessen zijn gratis aangezien deze gegeven worden door vrijwilligers.
Inwoners die zelf niet over een fiets beschikken, kunnen hiervoor een fiets bij de gemeente huren/kopen. Zie artikel 7.
Artikel 6: Waar en wanneer gaan de fietslessen door?
De fietslessen gaan door op tijdstippen die in overleg met de vrijwilliger en de leerling worden afgesproken. De fietslessen gaan in eerste instantie door op de parking van het Sociaal Huis, Evert Larockstraat 22, 1880 Kapelle-op-den-Bos. Wanneer de leerling in een later stadium in het verkeer moet leren fietsen, gaan deze lessen uiteraard door in verkeerssituaties in de straten van Kapelle-op-den-Bos.
Om tijdstippen voor lessen af te spreken kunnen vrijwilligers en deelnemers communiceren via zorgendoelgroepen@kapelle-op-den-bos.be .
Artikel 7: Hoe worden de fietsen ter beschikking gesteld?
Mensen die nog niet kunnen fietsen, beschikken meestal niet over een eigen fiets. Daarom worden de fietsen voor de lessen ter beschikking gesteld door de uitleendienst voor fietsen. Het uitlenen van de fiets gebeurt volgens het reglement van de uitleendienst voor fietsen.
Artikel 8: Veiligheid
Tijdens de fietslessen wordt uiteraard aandacht besteed aan de veiligheid van de deelnemers. De deelnemers krijgen bij aanvang van de reeks een fietshelm en fluohesje die zij tijdens de fietslessen moeten dragen. Het dragen van fluohesje en helm is dus verplicht.
Het lokaal bestuur voorziet helmen en hesjes voor tijdens de lessen, na de lessen staan de deelnemers zelf in voor hun veiligheid.
Artikel 9: Verzekering
De deelnemers en vrijwilligers zijn verzekerd voor lichamelijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid tijdens de fietslessen. Het is belangrijk dat deelnemers en vrijwilligers de juiste momenten van fietslessen afspreken met de dienst zorg- en doelgroepen. Indien er geen afspraken zijn gemaakt, dekt de verzekering de geleden schade niet.
Artikel 10: Inschrijvingsprocedure.
Wie graag deelneemt aan de lessen, neemt contact op met zorgendoelgroepen@kapelle-op-den-bos.be of op het nummer 015/71 92 10.
Artikel 11: Klachten en meldingen.
Heb je een klacht over de fietslessen, dan kan je dat in alle discretie laten weten aan de dienst Zorg en doelgroepen. Zij behandelen de klacht dan zo snel mogelijk en houden je op de hoogte.
Ook voor meldingen die betrekking hebben op de fietslessen kan je terecht bij de dienst Zorg en doelgroepen.
Je kan de dienst contacteren via zorgendoelgroepen@kapelle-op-den-bos.be of 015/ 71 92 10.
Alle informatie is ook steeds terug te vinden op de website.
Artikel 12: Duurtijd van het reglement.
Het reglement is geldig tot en met 31 december 2025.
De raad volgt het advies van de WIS en keurt het project in Burundi goed.
Jaarlijks wordt er een oproep gedaan voor een langdurig Internationaal project. Deze oproep vindt plaats in de periode april-mei.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Na de oproep in mei 2024 werd er 1 projecten ingediend, net zoals vorig jaar werd er bevraagd bij gekende projecten, maar ontvingen we hier geen aanvraag voor.
Korte voorstelling van het project:
Opbouw van een internaat voor een school in Burundi voor kinderen tussen de 14 en 18 jaar.
Kostprijs van het project wordt geraamd op 12 500 euro, maar met stijgende grondstofprijzen zal dit allicht hoger liggen.
Er wordt beroep gedaan op de lokale bevolking om niet gespecialiseerde werken uit te voeren, waardoor de kostprijs zo laag mogelijk wordt gehouden.
Contactpersoon: Josy Mertens
Projectindiener: Maurice Pollin
Het volledige project wordt als bijlage toegevoegd.
De kleinzoon van Maurice Pollin, Simon-Pierre Pollin is een professionele pianist die een pianoconcert wil geven binnen de gemeente Kapelle-op-den-Bos. Indien er een opbrengst zou zijn, wordt dit ook aan het project geschonken.
Advies van de werkgroep Internationale samenwerking:
In het meerjarenplan werd er een totaal van 7000 euro voorzien voor de werking van de werkgroep en de verdeling van subsidies aan internationale projecten.
Net als vorig jaar adviseert de WIS om beter één project te steunen met een mooi bedrag en hier een terugkoppeling aan te vragen om de bevolking te betrekken, dan om veel projecten te steunen met een klein budget.
Het project voldoet aan de vereisten van de projectoproep. De werkgroep adviseert gunstig om een bedrag van 6500 euro over te maken aan het project. 500 euro wordt gebruikt als werkingsmiddelen van de werkgroep voor het organiseren van andere activiteiten (Koffiestop, 11.11.11 wandeling, lezing,...)
De verbintenis dat we vragen aan de projectindiener is om een voorstelling te komen geven in 2025 over het verloop van het project en de huidige uitvoering, gekoppeld met een pianoconcert door de kleinzoon.
Art. 1: De raad voor maatschappelijk welzijn volgt het advies van de WIS en keurt het project in Burundi goed voor een bedrag van 6500 euro.
Art. 2: Het vast bureau wordt belast met de verdere opvolging.
De raad keurt de lijst van nominatieve subsidies 2025 goed.
In het meerjarenplan 2020-2027 heeft het OCMW een aantal subsidies voorzien.
Enerzijds deze gebaseerd op een reeds door de OCMW-raad goedgekeurd subsidiereglement, om tot uitbetaling over te gaan is slechts een beslissing van het vast bureau vereist. Anderzijds zijn er ook subsidies voorzien waarvoor geen reglement voorhanden is, de zogenaamde 'nominatieve' subsidies. De toekenning van deze subsidies is een bevoegdheid van de OCMW-raad.
De raad kan ook een lijst van nominatieve subsidies goedkeuren in plaats van afzonderlijke beslissingen per subsidie.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de BBC (BVR BBC);
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de BBC (MB BBC).
Volgens het oude BBC maakte de lijst met nominatief toegekende subsidies integraal deel uit van de beleidsnota van het budget (cf. art. 16, 6° BVR BBC). Deze lijst met nominatieve subsidies in het budget hield eigenlijk (impliciet) de beslissing van de OCMW-raad in tot toekenning van die subsidies. In het nieuwe BBC wordt deze lijst niet meer opgenomen als onderdeel van het meerjarenplan. In de documentatie bij het (aangepast) meerjarenplan (wat niet hetzelfde is als de toelichting van het meerjarenplan) moet echter wel een overzicht worden opgenomen van de toegestane werkings- en investeringssubsidies (dit zijn alle ramingen op MAR 649 en 664) (cf. art. 4, 1ste lid, 3° van het MB BBC). Dat betekent dus ook de nominatieve toelagen. Dat overzicht houdt echter niet langer een beslissing in, maar is louter informatief.
Voor de bevoegdheid tot het toekennen van subsidies dient men terug te vallen op de artikelen 41, 2de lid, 23° en 78, 2de lid, 17° van het DLB. Deze artikelen bepalen dat de bevoegdheid voor “het toekennen van nominatieve subsidies” toekomt aan de raad.
De raad moet dus een besluit nemen tot nominatieve toekenning van elke subsidie afzonderlijk. Om niet elk dossier apart voor te leggen aan de raad, wordt thans globaal een lijst van nominatief toe te kennen subsidies voorgelegd aan de OCMW-raad die deze kan goedkeuren voor uitbetaling in 2025.
Wanneer bij de toekenning van deze bedragen zou afgeweken worden of wanneer een nieuwe nominatieve subsidie zou toegekend worden aan een begunstigde die niet in de overzichtslijst in de documentatie (en bijlage) is opgenomen én deze binnen de grenzen van de globale exploitatie of investeringen blijft, dient dat betreffend dossier apart aan de OCMW-raad voorgelegd te worden voor goedkeuring zonder dat een aanpassing van het meerjarenplan vereist is.
Art. 1 De OCMW-raad keurt de lijst van nominatieve subsidies 2025 goed. Deze mogen uitbetaald worden in de loop van het jaar 2025.
Art. 2 De OCMW-raad geeft opdracht aan het vast bureau om de nominatieve subsidies toe te kennen binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Art. 3 Een nominatieve subsidie wordt uitgevoerd op basis van een dotatiebesluit of een subsidieaanvraag. De subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is. Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorwaarde dat het uitbetalen van een nominatieve subsidie een controlerecht inhoudt en dat de nominatieve subsidie deels of helemaal kan teruggevorderd worden wanneer de subsidies niet aangewend wordt overeenkomstig het doel waarvoor de subsidie wordt verleend.
Art. 4 Toelagen van meer dan 24.789,35 euro dienen als verantwoordingsstuk minimaal de balans en jaarrekeningen in te dienen, alsook van een jaarverslag.
De raad keurt de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan nr. 5 2020-2027 - deel OCMW - goed.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het deel aanpassing van het meerjarenplan nr. 5 2020-2027 van het OCMW vast.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen;
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen en latere wijzigingen;
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen en latere wijzigingen.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 - aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat het lokaal bestuur minstens één keer per jaar het meerjarenplan moet aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Als dat nodig is kunnen de kredieten voor het lopende boekjaar, 2024, ook aangepast worden.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in de aanpassing van het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen en dit voor zowel de jaren 2024 als 2025.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het totale aangepaste meerjarenplan definitief is vastgesteld.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.
Het ontwerp van meerjarenplan voor het deel OCMW bevat volgende documenten:
• Strategische nota
• Financiële nota
• Toelichting
Art. 1 Het meerjarenplan nr. 5 2020-2027 deel OCMW: boekjaar 2024 en boekjaar 2025 (BP2020_2027-5) bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1), de staat van het financieel evenwicht (M2) en het overzicht van de kredieten (M3) wordt vastgesteld.
Art. 2 Het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -1.124.224 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -2.619.958 euro en het beschikbaar budgettair resultaat 2025 bedraagt: -3.744.182 euro.
De autofinancieringsmarge boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -1.181.074 euro. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt -1.176.806 euro.
Art. 3 De kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2024-2025 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet | Totaal bedrag voor 2024 | Totaal bedrag voor 2025 |
Totaal exploitatie-uitgaven | 2.253.106 | 2.251.586 |
Totaal exploitatie-ontvangsten | 1.101.744 | 1.075.151 |
Totaal investerings-uitgaven | 611.160 | 3.150 |
Totaal investerings-ontvangsten | 0 | 60.000 |
Totaal financierings-uitgaven | 9.024 | 4.639 |
Totaal financierings-ontvangsten | 0 | 0 |
De raad keurt het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn goed.
Het huidige huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn werd goedgekeurd op 28 januari 2019 en geactualiseerd op 28 juni 2021.
Naar aanleiding van de nieuwe legislatuur, die start op 2 december 2024, dringt een wijziging van het huishoudelijk reglement zich op.
Deze aanpassingen beogen een vlot en efficiënt verloop van de raad voor maatschappelijk welzijn en trachten niettemin het democratisch debat alle kansen te geven.
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.
Gelet op de relevante bepalingen vervat in het decreet lokaal bestuur dd. 22 december 2017, zoals thans geactualiseerd van toepassing, inzonderheid wat betreft artikel 38.
Dat de raad voor maatschappelijk welzijn de decretale regels kan aanvullen met bijzondere maatregelen betreffende zijn werking.
Gelet op alle relevante regelgeving, zelfs indien hiervóór niet expliciet aangehaald.
Naar aanleiding van de nieuwe legislatuur, die start op 2 december 2024, dringt een wijziging van het huishoudelijk reglement zich op voor wat betreft de wijze van stemming, de kostenvergoedingen, het ter beschikking stellen van een tabletcomputer en het gebruik van communicatiemiddelen. Voor deze wijziging werd inhoudelijk advies opgevraagd bij VVSG.
Wijziging
WIJZE VAN STEMMING
Artikel 28
§ 1. - De leden van de raad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in §4. (art. 34 DLB / art. 34 volgens artikel 74 DLB)
§ 2. - Er zijn drie mogelijke werkwijzen van stemmen :
1° de stemming bij handopsteking, die kan vervangen worden door een stemming per fractie waarbij de fractieleider het stemgedrag van zijn of haar fractie meedeelt (een raadslid kan op simpel verzoek vragen om toch individueel te stemmen voor één of meerdere agendapunten);
2° de mondelinge stemming of naamstemming;
3° de geheime digitale stemming.
[…]
Artikel 30
Ook voor geheime stemmingen in openbare zitting wordt het systeem van de elektronisch uitgebrachte stem gehanteerd met de absolute garantie dat het geheim van de stemming wordt bewaard.
Bij technisch defect kan teruggegrepen worden naar het systeem met stembriefjes.
[…]
KOSTENVERGOEDINGEN
(art. 17 §1 DLB en art. 35 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
Artikel 42
§ 1 – Er worden geen onkostenvergoedingen of communicatievergoeding uitbetaald aan mandatarissen voor de reguliere uitoefening van hun mandaat.
§ 2. – Raadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen, terugvorderen van het gemeente- of OCMW bestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken. Het college van burgemeester en schepenen of vast bureau bepaalt, in overleg met de algemeen directeur, welke vormingsinitiatieven worden aangeboden. De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeentepersoneel. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s. De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur.
§ 3.- Verplaatsingskosten van raadsleden, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, worden door het gemeente- of OCMW-bestuur terugbetaald na voorlegging van bewijsstukken, op basis van de wettelijk vastgestelde tarieven, en enkel en alleen als deze kosten worden gemaakt bij de uitvoering van uitdrukkelijk toevertrouwde opdrachten. Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.
§ 4 - De gemeente en/of het OCMW sluiten een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de raadsleden. De gemeente en/of het OCMW sluiten daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de raadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt.
Artikel 43
§1. - Elk niet-uitvoerende mandataris kan eenmalig maximaal 300 EUR budget per legislatuur opnemen voor de aankoop van informaticamateriaal dat noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn mandaat (laptop, tablet, Chromebook of smartphone).
§ 2. - Dit budget kan eveneens ook aangewend worden voor het aankopen van software die noodzakelijk is voor de uitoefening van dit mandaat. Andere exploitatiekosten zoals elektriciteitsverbruik, verzekering, herstelling, abonnementen, huur, leasing, … komen niet in aanmerking voor terugbetaling.
§ 3. - Het gebruik van een persoonlijke toegangscode op een digitaal toestel dat wordt gebruikt voor de uitoefening van het mandaat is verplicht.
§ 4. - De administratie zal geen ondersteuning verlenen wat betreft de aankoop van het informaticamateriaal. Na aankoop kan er geen beroep worden gedaan op de administratie voor installatie van software of onderhoud op een toestel.
§ 5. - De kosten worden verantwoord met bewijsstukken, die niet ouder zijn dan 18 maanden. Factuur en betalingsbewijs met vermelding van naam en rekeningnummer dienen te worden bezorgd aan de dienst bestuursadministratie (secretariaat@kapelle-op-den-bos.be).
§ 6. - Aan de leden van het college van burgemeester en schepenen wordt voor de duur van hun mandaat een laptop ter beschikking gesteld door de dienst ICT.
GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE COMMUNICATIEMIDDELEN
Artikel 44
§ 1. - Persoonsgevoelige gegevens waartoe de mandataris, binnen de uitoefening van het mandaat, inzagerecht op krijgt mogen noch opgeslagen noch afgedrukt worden.
§ 2. - Om de mandatarissen in staat te stellen de zittingen voor te bereiden wordt hen toegang verleend tot het webgebaseerd notulenbeheersysteem E-notulen. Via E-notulen kunnen de agenda, de ontwerpbeslissingen, de bijhorende documenten en de notulen geraadpleegd worden. Het afdrukken of opslaan van de gegevens uit E-notulen is niet toegelaten.
§ 3. – Elke mandataris krijgt een e-mailadres van de gemeente. Mandatarissen gebruiken enkel dit e-mailadres voor e-mails die te maken hebben met het raadslidmaatschap en gebruiken het e-mailadres ook enkel daarvoor. Het automatische doorsturen van e-mails naar een persoonlijk e-mailadres is verboden. Inhoudelijke dossiers of informatie van het bestuur mogen niet worden doorgestuurd naar private mailboxen, niet gekopieerd worden en niet gedeeld worden via onvoldoende beveiligde platformen zoals Dropbox of Google Drive.
Art.1 Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn, dat als bijlage bij deze beslissing gaat en er integraal deel van uitmaakt, wordt goedgekeurd.
Art. 2 Dit geactualiseerde huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn vervangt alle voorgaande versies en wijzigingen.
De voorzitter sluit de zitting op 25/11/2024 om 20:10.
Namens raad voor maatschappelijk welzijn,
Siebe Ruykens
algemeen directeur
Hendrik De Vleeschouwer
voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn