De voorzitter opent de zitting op 18/12/2023 om 20:26.
De notulen van de gemeenteraad d.d. 27 november 2023 worden goedgekeurd.
Gelet op de notulen van de gemeenteraad d.d. 27 november 2023.
Gelet op de artikelen 32, 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur.
Art. 1 De notulen van de gemeenteraad d.d. 27 november 2023 worden goedgekeurd.
De raad bekrachtigt de gecoördineerde statuten van EVA-vzw GC de oude pastorie die in het kader van de nieuwe vzw-wetgeving werden aangepast.
De statuten van EVA-vzw GC de oude pastorie werden aangepast aan de nieuwe vzw-wetgeving
Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer in het bijzonder artikel 247.
De vzw-wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk.
De gemeenteraadsbeslissing van 25 maart 2019 waarin de statuten van EVA-vzw GC de oude pastorie werden bekrachtigd.
De gemeenteraad besliste in vergadering van 20 december 2013 tot de omvorming van vzw GC de oude pastorie naar een extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm, afgekort EVA-vzw GC de oude pastorie.
De Vlaams minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaams beleid gaf goedkeuring aan de gemeenteraadsbeslissing in een schrijven van 6 juni 2014.
Het Wetboek vennootschappen en verenigingen (WVV) van 2019 vernieuwde het wettelijk kader voor de verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s) en stemde het af op de regels voor vennootschappen. Vzw’s moeten dus hun statuten aanpassen aan het nieuwe wetgevende kader. Bij navraag blijkt dat ook een EVA-vzw zich moet aanpassen.
De algemene vergadering van EVA-vzw GC de oude pastorie keurde op 6 december 2023 de gecoördineerde statuten goed.
Art. 1 De gecoördineerde statuten van EVA-vzw GC de oude pastorie - die als bijlage bij deze beslissing gaat en er integraal deel van uitmaakt - worden bekrachtigd.
Art. 2 Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de Vlaamse overheid, EVA-vzw GC de oude pastorie, de cultuurbeleidscoördinator en de financieel directeur.
De raad keurt het werkingsverslag 2022 van de EVA-vzw GC de oude pastorie goed.
EVA-vzw GC de oude pastorie maakte het werkingsverslag 2022 op met betrekking tot haar werking.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het werkingsverslag 2022 geeft een overzicht van het beleid en de interne werking, een activiteitenverslag en een financieel verslag m.b.t. het gemeenschapscentrum de oude pastorie.
Art. 1 Het werkingsverslag 2022 van EVA-vzw GC de oude pastorie wordt goedgekeurd.
Art. 2 Afschrift van deze beslissing wordt digitaal overgemaakt aan EVA-vzw GC de oude pastorie en de coördinator vrije tijd & leren.
De raad keurt een toekenning van een nominatieve subsidie aan VZW Scampi voor de organisatie van "Kerstmarkt aan de Vaart" op 23 december 2023 goed.
De aanvraag van VZW Scampi voor het toekennen van een nominatieve projectsubsidie voor de organisatie van "Kerstmarkt aan de Vaart" op 23 december 2023.
De bepalingen vervat in de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en voornamelijk artikelen 2, 40, 41 en 56.
De relevante bepalingen vervat in de wet van 14 november 1983, betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen.
De beslissing van de gemeenteraad dd. 14 december 2020 houdende goedkeuring evenementen- en activiteitengids.
Art.1 De gemeenteraad kent een nominatieve subsidie ten belope van een bedrag van 1.000 EUR toe aan VZW Scampi.
Art.2 De in artikel 1 bedoelde toelage zal uitsluitend aangewend worden (cfr. artikel 3 van de wet van 14 november 1983) voor de organisatie van "Kerstmarkt aan de Vaart" op 23 december 2023.
Art.3 De nodige kredieten zijn voorzien op de functies S4O1P3A1/0709-00/6497000 met als omschrijving "andere specifieke werkingssubsidies aan verenigingen" van het budget 2023.
Art.4 De in artikel 1 bedoelde uitgave wordt uitbetaald op IBAN nummer BE27731051478073 op naam van VZW Scampi, p/a Vroonbaan 56 te 1880 Kapelle-op-den-Bos.
Art.5 Na de uitbetaling van de subsidie en ten laatste 1 maand na het plaatsvinden van het initiatief moeten de organisatoren de onderstaande documenten tot staving van de activiteiten binnenbrengen bij de dienst vrije tijd:
- voorbeelden van promotiemateriaal (brief, uitnodiging, affiche)
- financiële afrekening
- facturen ingebrachte kosten (ter staving van de 1.000 euro)
- minstens één sfeerfoto van de activiteit
- bewijs van verzekering burgerlijke aansprakelijkheid.
Het niet of niet tijdig doorgeven van gevraagde informatie kan leiden tot terugvordering van de gehele of een deel van de toegekende som en uitsluiting van subsidie het volgende kalenderjaar.
Art.6 Afschrift van onderhavige beslissing zal worden overgemaakt aan VZW Scampi en de financieel directeur.
De raad keurt een toekenning van een nominatieve subsidie aan Rondoenk Feest voor de organisatie van "Rondoenk Feest" 2023 op 24 september 2023 goed.
De aanvraag van Rondoenk Feest voor het toekennen van een projectsubsidie voor de organisatie van "Rondoenk Feest" op 24 september 2023.
De bepalingen vervat in de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en voornamelijk artikelen 2, 40, 41 en 56.
De relevante bepalingen vervat in de wet van 14 november 1983, betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen.
De beslissing van de gemeenteraad dd. 14 december 2020 houdende goedkeuring evenementen- en activiteitengids.
Art.1 De gemeenteraad kent een nominatieve subsidie ten belope van een bedrag van 500 EUR toe aan Rondoenk Feest.
Art.2 De in artikel 1 bedoelde subsidie zal uitsluitend aangewend worden (cfr. artikel 3 van de wet van 14 november 1983) voor de organisatie van "Rondoenk Feest" op 24 september 2023.
Art.3 De nodige kredieten zijn voorzien op de functies S4O1P3A1/0709-00/6497000 met als omschrijving "andere specifieke werkingssubsidies aan verenigingen" van het budget 2023.
Art.4 De in artikel 1 bedoelde uitgave wordt uitbetaald op IBAN nummer BE 81744037600324 op naam van Philip Standaert, p/a Londerzeelseweg 50 te 1880 Kapelle-op-den-Bos.
Art.5 Na de uitbetaling van de subsidie en ten laatste 1 maand na het plaatsvinden van het initiatief moeten de organisatoren de onderstaande documenten tot staving van de activiteiten binnenbrengen bij de dienst vrije tijd:
- voorbeelden van promotiemateriaal (brief, uitnodiging, affiche)
- financiële afrekening
- facturen ingebrachte kosten (ter staving van de 500 euro)
- minstens één sfeerfoto van de activiteit
- bewijs van verzekering burgerlijke aansprakelijkheid.
Het niet of niet tijdig doorgeven van gevraagde informatie kan leiden tot terugvordering van de gehele of een deel van de toegekende som en uitsluiting van subsidie het volgende kalenderjaar.
Art.6 Afschrift van onderhavige beslissing zal worden overgemaakt aan Rondoenk Feest en de financieel directeur.
De raad keurt een nominatieve investeringssubsidie aan WIKA voor de aankoop van een toegangscontrole en geautomatiseerde kassa goed.
In 2022 werd naar aanleiding van de stijgende energieprijzen en personeelskosten een grondige kosten-batenanalyse uitgevoerd voor het zwembad "De Druppelteen".
Hieruit bleek dat een éénmalige investering in de toegangscontrole en kiosk meerdere voordelen heeft.
Er is een nominatieve investeringssubsidie voor WIKA voorzien in het budget 2023. Gezien deze subsidie niet op de lijst van goedgekeurde en gedelegeerde nominatieve subsidies is opgenomen, komt het aan de gemeenteraad toe haar goedkeuring te geven.
De subsidie werd ingeschreven in het budget van de gemeente Kapelle-op-den-Bos na een kosten-batenanalyse van het zwembad. De toegangscontrole bleek toen al stuk te zijn en dringend vervangen te worden. Door een meer technisch geavanceerde toegangscontrole aan te schaffen en bovendien ook een automatisch betalingssysteem te installeren gelinkt aan de toegangscontrole, zou dit meerdere voordelen opleveren:
- clubs dienen geen aantal zwemmers meer door te geven, de telling gebeurt door de toegangscontrole
- het toegangscontrolesysteem laat minder misbruik toe
- individuele zwemmers kunnen vlot en veilig elektronisch betalen
- meer elektronische betalingen betekent minder cash, hetgeen ook veiliger is en minder risico's op fouten geeft
- de controle van de toegang en de betaling gebeurt automatisch waardoor er kosten kunnen bespaard worden (personeelskosten)
De uitgave werd geraamd op 50.000 euro. Intussen heeft de vereniging WIKA de investering gerealiseerd en bedraagt de totale kostprijs 39.075,74 euro (factuur als bijlage).
Art. 1 De gemeenteraad gaat akkoord met de toekenning van een nominatieve investeringssubsidie aan WIKA voor een bedrag van 39.075,74 euro.
Art. 2 De subsidie wordt aangewend voor de aankoop, installatie en opleiding van de toegangscontrole en de betaalkiosk.
Art. 3 De subsidie is aangewend voor het doel waarvoor ze bedoeld is. De kosten werden reeds bewezen. Er dienen aldus geen bijkomende bewijsstukken te worden ingediend.
Art. 4 De kredieten zijn voorzien op jaarbudgetrekening RFIN/0742-00/6640000
De raad keurt het Protocol ter omkadering van de elektronische mededeling van persoonsgegevens tussen het agentschap Justitie en handhaving en gemeente Kapelle-op-den-Bos in het kader van de toegang tot het Vlaams Handhavingsplatform goed.
Er is van start gegaan met het Vlaams Handhavingsplatform (VHP), dat als doel heeft alle informatie rond handhaving gecentraliseerd, uniform, real-time en beveiligd ter beschikking te stellen aan alle betrokken autoriteiten en instanties.
De aansluiting zal gefaseerd gebeuren en brengt een aantal verplichtingen mee.
Er wordt gestart met de digitale invoer van alle proces-verbalen, verslagen van vaststelling en documenten m.b.t. de bestuurlijke sanctieprocedure in het platform. Ook de communicatie naar de belanghebbenden over die documenten (de kennisgeving) zal digitaal via het platform gebeuren.
De datum vanaf wanneer die verplichting geldt wordt bepaald via een uitvoeringsbesluit.
Aangezien het lokaal bestuur Kapelle-op-den-Bos aan handhaving doet voor VCRO (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) en DABM (Decreet Algemene Bepalingen Milieu) wordt de verplichting van kracht op 25 maart 2024.
Na deze datum moeten de vermelde documenten digitaal worden opgesteld, ondertekend met e-ID, en vervolgens ingegeven worden in het VHP, dat zal instaan voor de kennisgeving ervan aan de bestemmelingen.
Het gebruik van het Vlaams Handhavingsplatform brengt een aantal belangrijke voordelen mee.
Alle PV’s van lokale besturen, inspectiediensten en politie komen real-time in het VHP terecht, meteen bij de juiste personen. Het ontwerp BVR voorziet dat de PV’s van collega’s binnen hetzelfde beleidsdomein zullen kunnen geraadpleegd worden, ongeacht het grondgebied.
Verbalisanten zullen in de toekomst een notificatie krijgen wanneer de beboetingsinstantie een sanctie oplegt n.a.v. hun PV’s en verslagen van vaststelling, en blijven zo op de hoogte van het gevolg dat eraan gegeven wordt. Ook de kennisgeving naar de belanghebbenden (bijvoorbeeld de overtreder, het parket, de boetingsinstantie), die vandaag veelal manueel gebeurt, zal door het platform uitgevoerd kunnen worden en daarmee een efficiëntiewinst opleveren. Burgers bijvoorbeeld zullen hun PV kunnen ontvangen via e-box, indien zij deze activeerden, of anders via de post, door de Magda Documentendienst van de Vlaamse Overheid. Burgers en ondernemingen zullen hun sanctiedossier kunnen raadplegen via respectievelijk Mijn Burgerprofiel en E-Loket.
Tot slot worden de ingegeven documenten beveiligd bewaard gedurende hun volledige levensduur.
Een organisatie kan aansluiten op het platform op 2 manieren
Na onderzoek is gebleken dat de meeste IT integratoren de technische connectie niet kunnen realiseren vóór de go-live datum en dat de meeste steden en gemeenten lage volumes aan dossiers behandelen, voor zoverre dit onze scope betreft. Bijgevolg gaan we ervan uit dat alle lokale besturen zullen aansluiten d.m.v. een user interface, althans in de opstartfase. We voorzien daarom een onboardingstraject voor alle betrokken verbalisanten, gebaseerd op een aansluiting via user interface. Dit verhindert niet om later alsnog, indien gewenst, een technische koppeling te realiseren met jullie dossieropvolgingssysteem.
Onboardingstraject voor de verbalisanten om rechtstreeks dossiers in het VHP in te voeren
Iedere verbalisant die PV’s of verslagen van vaststelling maakt onder het VCRO of DABM decreet, wordt verwacht op twee sessies vóór 25 maart 2024.
U dient als stad of gemeente actie te ondernemen alvorens te kunnen aansluiten.
Iedere aansluiter heeft ook een rijksregister- en kruispuntbankmachtiging nodig. De VVSG informeerde ons dat de steden en gemeenten reeds beschikken over ruime, voldoende machtigingen. Dit vereist dus geen verdere actie.
De raad keurt de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 - deel gemeente - goed.
De gemeenteraad stelt het deel van de aanpassing van het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 van de gemeente vast.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen;
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen en latere wijzigingen;
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en latere wijzigingen;
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 - aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat het lokaal bestuur minstens één keer per jaar het meerjarenplan moet aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Als dat nodig is kunnen de kredieten voor het lopende boekjaar, 2023, ook aangepast worden.
De periode van de aanpassing van het meerjarenplan blijft altijd de initiële periode van het meerjarenplan, maar de staat van het financieel evenwicht (schema M2), het overzicht van de ontvangsten en uitgaven volgens hun economische aard (schema T2) en het overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4) moeten altijd de financiële consequenties voor ten minste 3 toekomstige boekjaren beschrijven.
Bij de aanpassing van het meerjarenplan voor de vaststelling van de kredieten voor het boekjaar 2024, moet het bestuur in de schema’s M2, T2 en T4 dus minstens de boekjaren 2020 tot 2026 opnemen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in de aanpassing van het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen en dit voor zowel de jaren 2023 als 2024.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het totale aangepaste meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Die besluitvorming verloopt als volgt:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.
Het ontwerp van meerjarenplan bevat volgende documenten:
• Strategische nota
• Financiële nota
o Het financiële doelstellingenplan (M1);
o De staat van het financieel evenwicht (M2);
o Het overzicht van de kredieten (M3).
• Toelichting
o Het overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
o Het overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
o Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
o Het overzicht van de financiële schulden (T4);
o Het overzicht van de financiële risico's;
o Beschrijving grondslagen en assumpties;
o Motivering van de wijzigingen.
o Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is.
Tenslotte worden nog documenten toegevoegd die onderdeel zijn van de documentatie.
Art. 1 De aanpassing van het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 deel gemeente: boekjaar 2023 en boekjaar 2024 (BP2020_2026-4) bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1), de staat van het financieel evenwicht (M2) en het overzicht van de kredieten (M3) wordt vastgesteld.
Art. 2 Het budgettair resultaat van het boekjaar van de gemeente in 2025 bedraagt: 1.823.842 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van de gemeente in 2025 bedraagt: 3.721.870 euro en het gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 5.545.712 euro.
Het beschikbaar budgettair resultaat van de gemeente in 2025 bedraagt 5.545.712 euro
Er zijn geen onbeschikbare gelden.
De autofinancieringsmarge boekjaar van de gemeente in 2025 bedraagt: 1.459.493 euro en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt in 2025: 1.136.279 euro.
Art. 3 De kredieten van de gemeente voor het boekjaar 2023 - 2024 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet | Totaal bedrag voor 2023 | Totaal bedrag voor 2024 |
Totaal exploitatie-uitgaven | 13.676.800 | 14.484.738 |
Totaal exploitatie-ontvangsten | 17.292.544 | 16.852.919 |
Totaal investerings-uitgaven | 7.945.883 | 7.693.565 |
Totaal investerings-ontvangsten | 942.245 | 3.864.446 |
Totaal financierings-uitgaven | 972.528 | 1.383.608 |
Totaal financierings-ontvangsten | 3.148.265 | 4.146.148 |
De raad keurt de aanpassing van het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 - deel OCMW en totaal - goed.
De gemeenteraad keurt het deel aanpassing van het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 van het OCMW goed en keurt de volledige aanpassing van het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 goed.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen;
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen en latere wijzigingen;
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en latere wijzigingen;
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 - aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat het lokaal bestuur minstens één keer per jaar het meerjarenplan moet aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Als dat nodig is kunnen de kredieten voor het lopende boekjaar, 2023, ook aangepast worden.
De periode van de aanpassing van het meerjarenplan blijft altijd de initiële periode van het meerjarenplan, maar de staat van het financieel evenwicht (schema M2), het overzicht van de ontvangsten en uitgaven volgens hun economische aard (schema T2) en het overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4) moeten altijd de financiële consequenties voor ten minste 3 toekomstige boekjaren beschrijven.
Bij de aanpassing van het meerjarenplan voor de vaststelling van de kredieten voor het boekjaar 2024, moet het bestuur in de schema’s M2, T2 en T4 dus minstens de boekjaren 2020 tot 2026 opnemen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in de aanpassing van het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen en dit voor zowel de jaren 2023 als 2024.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het totale aangepaste meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Die besluitvorming verloopt als volgt:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.
Het ontwerp van meerjarenplan bevat volgende documenten:
• Strategische nota
• Financiële nota
o Het financiële doelstellingenplan (M1);
o De staat van het financieel evenwicht (M2);
o Het overzicht van de kredieten (M3).
• Toelichting
o Het overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
o Het overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
o Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
o Het overzicht van de financiële schulden (T4);
o Het overzicht van de financiële risico's;
o Beschrijving grondslagen en assumpties;
o Motivering van de wijzigingen.
o Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is.
Tenslotte worden nog documenten toegevoegd die onderdeel zijn van de documentatie.
Art. 1 De gemeenteraad keurt het deel aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 nr. 4 van het OCMW goed: bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1), de staat van het financieel evenwicht, gecorrigeerde versie (M2) en het overzicht van de kredieten (M3).
Art. 2 Het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -1.200.041 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -2.699.281 euro en het beschikbaar budgettair resultaat 2025 bedraagt: -3.899.322 euro.
De autofinancieringsmarge boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -1.196.041 euro en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt in 2025: -1.191.773 euro.
Art. 3 De kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2023-2024 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet | Totaal bedrag voor 2023 | Totaal bedrag voor 2024 |
Totaal exploitatie-uitgaven | 2.279.672 | 2.367.884 |
Totaal exploitatie-ontvangsten | 1.253.785 | 1.141.579 |
Totaal investerings-uitgaven | 281.160 | 422.700 |
Totaal investerings-ontvangsten | 0 | 60.000 |
Totaal financierings-uitgaven | 8.696 | 9.024 |
Totaal financierings-ontvangsten | 0 | 0 |
Art. 4 De gemeenteraad keurt het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 (BP2020_2026-4) goed: bestaande uit de strategische nota, de financiële nota en de toelichting.
Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt: 623.801 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt: 1.022.588 euro en het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 1.646.389 euro.
Er zijn geconsolideerd geen onbeschikbare gelden.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt: 1.646.389 euro.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge boekjaar in 2025 bedraagt: 263.452 euro en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt: -55.494 euro.
Art. 5
De kredieten van de gemeente en het OCMW voor het boekjaar 2023-2024 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet | Totaal bedrag gemeente 2023 | Totaal bedrag gemeente 2024 | Totaal bedrag OCMW 2023 | Totaal bedrag OCMW 2024 |
Totaal exploitatie-uitgaven | 13.676.800 | 14.484.738 | 2.279.672 | 2.367.884 |
Totaal exploitatie-ontvangsten | 17.292.544 | 16.852.919 | 1.253.785 | 1.141.579 |
Totaal investerings-uitgaven | 7.945.883 | 7.693.565 | 281.160 | 422.700 |
Totaal investerings-ontvangsten | 942.245 | 3.864.446 | 0 | 60.000 |
Totaal financierings-uitgaven | 972.528 | 1.383.608 | 8.696 | 9.024 |
Totaal financierings-ontvangsten | 3.148.265 | 4.146.148 | 0 | 0 |
De raad keurt de lijst van nominatieve subsidies 2024 goed.
In het meerjarenplan 2020-2026 heeft de gemeente een aantal subsidies voorzien.
Enerzijds deze gebaseerd op een reeds door de gemeenteraad goedgekeurd subsidiereglement, om tot uitbetaling over te gaan is slechts een collegebeslissing vereist. Anderzijds zijn er ook subsidies voorzien waarvoor geen reglement voorhanden is, de zogenaamde 'nominatieve' subsidies. De toekenning van deze subsidies is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
De raad kan ook een lijst van nominatieve subsidies goedkeuren in plaats van afzonderlijke beslissingen per subsidie.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de BBC (BVR BBC);
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de BBC (MB BBC).
Volgens het oude BBC maakte de lijst met nominatief toegekende subsidies integraal deel uit van de beleidsnota van het budget (cf. art. 16, 6° BVR BBC). Deze lijst met nominatieve subsidies in het budget hield eigenlijk (impliciet) de beslissing van de gemeenteraad in tot toekenning van die subsidies. In het nieuwe BBC wordt deze lijst niet meer opgenomen als onderdeel van het meerjarenplan. In de documentatie bij het (aangepast) meerjarenplan (wat niet hetzelfde is als de toelichting van het meerjarenplan) moet echter wel een overzicht worden opgenomen van de toegestane werkings- en investeringssubsidies (dit zijn alle ramingen op MAR 649 en 664) (cf. art. 4, 1ste lid, 3° van het MB BBC). Dat betekent dus ook de nominatieve toelagen. Dat overzicht houdt echter niet langer een beslissing in, maar is louter informatief.
Voor de bevoegdheid tot het toekennen van subsidies dient men terug te vallen op de artikelen 41, 2de lid, 23° en 78, 2de lid, 17° van het DLB. Deze artikelen bepalen dat de bevoegdheid voor “het toekennen van nominatieve subsidies” toekomt aan de raad.
De raad moet dus een besluit nemen tot nominatieve toekenning van elke subsidie afzonderlijk. Om niet elk dossier apart voor te leggen aan de raad, wordt thans globaal een lijst van nominatief toe te kennen subsidies voorgelegd aan de gemeenteraad die deze kan goedkeuren voor uitbetaling in 2024.
Wanneer bij de toekenning van deze bedragen zou afgeweken worden of wanneer een nieuwe nominatieve subsidie zou toegekend worden aan een begunstigde die niet in de overzichtslijst in de documentatie (en bijlage) is opgenomen én deze binnen de grenzen van de globale exploitatie of investeringen blijft, dient dat betreffend dossier apart aan de gemeenteraad voorgelegd te worden voor goedkeuring zonder dat een aanpassing van het meerjarenplan vereist is.
Art. 1 De gemeenteraad keurt de lijst van nominatieve subsidies 2024 goed. Deze mogen uitbetaald worden in de loop van het jaar 2024.
Art. 2 De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de nominatieve subsidies toe te kennen binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Art. 3 Een nominatieve subsidie wordt uitgevoerd op basis van een dotatiebesluit of een subsidieaanvraag. De subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is. Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorwaarde dat het uitbetalen van een nominatieve subsidie een controlerecht inhoudt en dat de nominatieve subsidie deels of helemaal kan teruggevorderd worden wanneer de subsidies niet aangewend wordt overeenkomstig het doel waarvoor de subsidie wordt verleend.
Art. 4 Toelagen van meer dan 24.789,35 euro dienen als verantwoordingsstuk minimaal de balans en jaarrekeningen in te dienen, alsook van een jaarverslag.
De raad keurt het retributiereglement voor de buitenschoolse kinderopvang 't Klawieterke - voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 - verlenging - goed.
Vaststellen retributiereglement voor de buitenschoolse kinderopvang 't Klawieterke.
Artikel 173 van de Grondwet;
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivatie van bestuurshandelingen;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40, §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
De beslissing van de gemeenteraad dd. 18 juni 2001 houdende principebeslissing van de oprichting van een gemeentelijke buitenschoolse kinderopvangdienst;
De beslissing van de gemeenteraad van 17 maart 2003 en latere wijzigingen houdende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement.
Het is noodzakelijk om een retributiereglement vast te stellen inzake het gebruik van de faciliteiten m.b.t. de buitenschoolse kinderopvang.
Er dient minimaal bepaald te worden wie de retributie verschuldigd is (voor zover dat niet als vanzelfsprekend volgt uit de aard van de retributie) en welke vrijstellingen en verminderingen eventueel worden toegekend.
Het is van cruciaal belang om uit te maken wat onder het begrip “retributie” kan ressorteren.
Volgende criteria kunnen worden gehanteerd voor de omschrijving van een “retributie” :
In laatste instantie komt het aan de rechter toe om te oordelen of de geviseerde materie het voorwerp kan uitmaken van een retributie, dan wel van een belasting.
Voor de opvang van kinderen voor- en naschool, dient de gemeente personeel aan te werven en een gebouw ter beschikking te stellen. Het bestuur wil een deel van deze kosten verhalen op de burger als vergoeding voor de opvang van zijn/haar kinderen.
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2024, voor een termijn eindigend op 31 december 2024, wordt er een gemeentelijke retributie geheven op het gebruik van de buitenschoolse kinderopvangfaciliteiten, ingericht door ons bestuur.
Artikel 2
Deze faciliteiten worden georganiseerd voor alle schoolgaande kleuters en leerlingen van het lager onderwijs die:
De ouders of personen die instaan voor het onderhoud van deze kinderen bewijzen de gerechtigheid van hun kind op de geboden faciliteiten.
Artikel 3
In afwijking van artikel 2, kan de gemeente om uitzonderlijke redenen ook andere opvangen na overleg met de coördinator, zo lang er beschikbare plaatsen zijn. Ouders die voldoen aan artikel 2 en tijdig inschrijven krijgen voorrang.
Artikel 4
De retributie bedoeld in artikel 1 is verschuldigd door de ouder(s) of de perso(o)(n)(en) die instaan voor het onderhoud van het in artikel 1 bedoelde gerechtigde kind, zijnde de “gelijkgestelden”. In geval van gescheiden ouders blijft het principe van gezamenlijk ouderlijk gezag gelden, tenzij anders beslist door de rechtbank.
Artikel 5
De opvang is geopend:
Voor- en naschoolse opvang op schooldagen:
Schoolvrije dagen en vakantiedagen: doorlopend van 06u30 tot 19u00.
Woensdagnamiddag: 12u00 tot 19u00
Extra sluitingsdagen worden minimum 1 maand op voorhand aangekondigd.
Artikel 6
De ouders krijgen de mogelijkheid om een toegangsbadge in bruikleen aan te schaffen. Met deze badge kunnen zij tijdens de openingsuren de kinderopvang betreden zonder aan te bellen.
Waarborg toegangsbadge: 10,00 EUR
Er wordt een aparte factuur opgesteld voor de inning van de waarborg. Na teruggave van de toegangsbadge wordt het bedrag van de waarborg teruggestort op rekening van de ouder(s).
Bij verlies of schade aan de badge dient dit gemeld te worden aan de verantwoordelijke van de kinderopvang en wordt geen waarborg terugbetaald. Bij diefstal dient een bewijs te worden aangeleverd (PV van de politie), vooraleer de waarborg wordt terugbetaald.
Artikel 7
De retributie wordt vastgesteld als volgt :
Voor- en naschoolse opvang:
Schoolvrije dagen en vakantiedagen:
Op woensdagnamiddag wordt, afhankelijk van de duur van de opvang, het voordeligste tarief aangerekend:
De bijdrage wordt jaarlijks op 1 januari verhoogd met de procentuele stijging van de gezondheidsindex.
In deze tarieven zijn begeleiding, verzekering, koek/fruit en drank inbegrepen.
Daguitstappen:
Voor een daguitstap wordt aan de ouders een extra bijdrage van maximaal 20,00 euro aangerekend via de maandelijkse factuur. Het bedrag van deze bijdrage wordt voorafgaand aan iedere activiteit vastgelegd door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 8
Van de ouder(s) wordt verwacht dat zij de kinderopvang tijdig verwittigen bij het laattijdig ophalen van hun kind(eren).
Wanneer een kind laattijdig afgehaald wordt (dus na het einde van de opvanguren) wordt steeds een bedrag van 5 euro per begonnen halfuur aangerekend per kind via de maandelijkse factuur tenzij overmacht kan aangetoond worden.
Artikel 9
Annulaties:
Met betrekking tot de reservering tijdens vakantiedagen en schoolvrije dagen wordt, bij geen of laattijdige annulatie, de ouderbijdrage per kind van de opvangdag (cfr. Artikel 7) aangerekend via de maandelijkse factuur.
Uitzonderingen:
Artikel 10
Er gelden aangepaste tarieven in volgende gevallen:
Artikel 11
De retributie is betaalbaar uiterlijk op de vervaldatum van de factuur. De ouders of gelijkgestelden ontvangen maandelijks een factuur, volgend op deze waarin de kinderopvang heeft plaatsgevonden, en waarbij de prestaties van de vorige maand worden aangerekend. Deze facturen worden voldoende gedetailleerd om de correctheid van de vordering te kunnen beoordelen. Indien de aangerekende vergoeding of retributie foutief is, dient betrokkene onmiddellijk, en alleszins binnen een periode van veertien (14) dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de factuur, schriftelijk zijn op- of aanmerkingen ter kennis te brengen van de coördinator. Nadien worden geen klachten meer aanvaard, en is de retributie definitief verschuldigd.
Artikel 12
Bij niet betaling binnen gestelde termijn, ontvangt betrokkene een eerste gratis aanmaning na 5 werkdagen. De betrokkenen krijgt een betaaltermijn van 14 kalenderdagen toegekend om zijn/haar schuld te betalen. Voor zover betrokkene ook dan nog niet betaalt binnen de gestelde termijn, zal na 5 werkdagen een tweede aangetekende aanmaning worden verstuurd met een laatste bijkomende betalingstermijn van 10 kalenderdagen. Er worden 10,00 EUR administratieve kosten aangerekend. Bij gebrek aan integrale betaling van de verschuldigde sommen (initiële som + kosten), zal de toegang tot de kinderopvang met onmiddellijke ingang worden geweigerd bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 13
Na de beslissing van weigering tot toegang van de kinderopvang, wordt een laatste mogelijkheid geboden om de totale verschuldigde som binnen 7 kalenderdagen over te maken aan het gemeentebestuur. Bij niet-betaling zal een dwangbevel worden overgemaakt aan de gerechtsdeurwaarder die instaat voor de integrale invordering (inclusief zijn uitvoeringskosten).
Artikel 14
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking van het reglement op de webtoepassing van de gemeente.
De raad keurt het retributiereglement op het afleveren van een omgevingsvergunning - voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 - goed.
Retributie op het afleveren van omgevingsvergunning
Artikel 173 van de grondwet;
Artikel 20 van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40, §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326;
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Titel V Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
Titel IV, Hoofdstuk II Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
BVR van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichte handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
BVR van 16 juli 2010 tot bepaling van de handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is;
BVR van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
BVR van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning.
Er dient minimaal bepaald te worden wie de retributie verschuldigd is (voor zover dat niet als vanzelfsprekend volgt uit de aard van de retributie) en welke vrijstellingen en verminderingen eventueel worden toegekend.
Het vaststellen van het tarief zelf, en de bepaling van de wijze van inning, kan voortaan aan het college van burgemeester en schepenen worden gedelegeerd.
Hierdoor kan op een vlotte manier worden ingespeeld op veranderde omstandigheden.
Het is van cruciaal belang om uit te maken wat onder het begrip “retributie” kan ressorteren.
Volgende criteria kunnen worden gehanteerd voor de omschrijving van een “retributie” :
1. een billijke vergoeding van de kostprijs;
2. voor een door de overheid verrichte dienst aan een derde;
3. in diens persoonlijk belang;
4. en op zijn vrijwillig verzoek.
In laatste instantie komt het aan de rechter toe om te oordelen of de geviseerde materie het voorwerp kan uitmaken van een retributie, dan wel van een belasting.
Naast de kostprijs kunnen eventueel ook beleidsondersteunende factoren in aanmerking worden genomen bij de bepaling van het tarief.
Behalve het persoonlijk belang wordt ook het algemeen belang gediend door de dienstverlening.
Administratieve stukken die worden aangevraagd wegens wettelijke of reglementaire verplichtingen vergen een administratieve handeling.
De overhandiging van een afschrift kan afhankelijk gemaakt worden van de betaling van een bedrag, op basis van een “redelijke kostprijs”.
Het behandelen van meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningsdecreet en daarmee vergelijkbare procedures vergt een aanzienlijke inzet van de gemeentelijke middelen en het is billijk deze inzet door te rekenen aan degene op wiens initiatief en in wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen.
Er zijn een een aantal bijkomende omgevingsvergunningen die in het oorspronkelijk reglement niet waren opgenomen. Deze worden toegevoegd aan het reglement. Eveneens wordt voor de volledigheid opgenomen dat de kosten voor publicaties worden teruggevorderd. Dit wordt aangerekend op basis van omgevingsvergunningenbesluit.
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2024 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een retributie geheven op de afgifte van de in artikel 3 van deze beslissing bedoelde administratieve stukken.
Artikel 2
Beoogd worden het afleveren van beslissingen voor meldingen en vergunningsaanvragen die betrekking hebben op:
Met betrekking tot openbaar onderzoek:
Artikel 3
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de aanvraag of de melding indient.
Artikel 4
De betaling van de retributie geschiedt contant tegen afgifte van een ontvangstbewijs, hetzij door storting of overschrijving op een rekeningnummer van het gemeentebestuur na ontvangst van een factuur.
Artikel 5
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Artikel 6
Dit reglement vervangt het retributiereglement op het afleveren van een omgevingsvergunning - 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 - beslissing 326 van de gemeenteraad van 16 december 2019.
De raad keurt het retributiereglement op hinder door werken aan nutsvoorzieningen (andere dan elektriciteit en gas) en infrastructuur op gemeentelijk openbaar domein - voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 - goed.
Retributie op hinder door werken aan nutsvoorzieningen (andere dan elektriciteit en gas) en infrastructuur op gemeentelijk openbaar domein
Het Decreet Lokaal Bestuur, art. 40, § 3 en art. 41, lid 2, 14°;
Het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen elektriciteit en gas op gemeentelijk openbaar domein goedgekeurd door de gemeenteraad van 19 december 2022;
De Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden goedgekeurd door de gemeenteraad van 27 maart 2017.
De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen en infrastructuur op gemeentelijk grondgebied.
Deze nutsvoorzieningen en infrastructuur vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.
De oppervlakte van de sleuf en de uitvoeringstermijn van het werk zijn een maat voor de hoeveelheid hinder die het werk veroorzaakt en dus voor de opvolging die nodig is om die hinder te beheersen.
Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening. Daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.
De Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten. De actualisatie van de code heeft meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaalconcept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...;
Rekening houdend met de specifieke dienstverlening die de gemeente levert voor de administratieve en technische opvolging van de opdrachtgevers van deze werken zodat zij de hinder beperken en het openbaar domein kwalitatief herstellen.
Artikel 1. Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke permanente nutsvoorziening (andere dan elektriciteit en gas) en infrastructuur een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening om de hinder naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen/infrastructuur op het gemeentelijk openbaar domein, te beheersen, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen en infrastructuur omvatten:
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, …), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten, …) dienstig voor het transport van gasachtige producten, stoom, drinkwater, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;
- Telecommunicatie
- Radiodistributie en kabeltelevisie
- de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden
- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg.
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.
De sectoren die onder dit reglement vallen zijn uitgesloten van het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen elektriciteit en gas op gemeentelijk openbaar domein goedgekeurd door de gemeenteraad van 19 december 2022.
Artikel 2. Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag uitvoeringstermijn en per vierkante meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt:
2,4 €/dag/m².
Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen/infrastructuur bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening/infrastructuur 60% van hoger vermelde bedrag(en).
Bovenstaande basisbedragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de evolutie van het indexcijfer van consumptieprijzen in januari ten opzichte van het indexcijfer van consumptieprijzen van januari van het jaar voordien.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag. Elk deel van een vierkante meter wordt als een volledige vierkante meter in rekening gebracht.
Artikel 3. Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt een retributie geheven van 1,00 euro per dag voor op het grondgebied van de gemeente uitgevoerd grondwerk van categorie 3 (zoals gedefinieerd in het Besluit van de Vlaamse Regering van 09 december 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 4 april 2014) en uitgevoerd dringend grondwerk (zoals gedefinieerd in het GIPOD decreet van 4 april 2014).
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, zoals bepaald in artikel 2.
Artikel 4. Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Artikel 5. Bekendmaking
Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 6. Inwerkingtreding en opheffingsbepaling
Dit retributiereglement treedt in werking vanaf 1 januari 2024 en loopt tot 31 december 2025.De raad keurt het budget 2024 van de projectvereniging WIKA goed.
De beslissing d.d. 18 november 2002 houdende goedkeuring van de oprichting van de projectvereniging "WIKA".
De beslissing waarbij de statuten en het huishoudelijk reglement van de projectvereniging "WIKA" werden goedgekeurd.
De statuten en het huishoudelijk reglement van de projectvereniging "WIKA", waaruit blijkt dat het budget van de projectvereniging onderworpen is aan de goedkeuring van de gemeenteraden van de beide participerende gemeenten.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 40.
De beslissing d.d. 5 december 2023 van de projectvereniging "WIKA" houdende goedkeuring van het budget 2024.
Het budget van WIKA sluit af met een bedrag van :
- 891.461 euro voor geraamde exploitatie-uitgaven
- 199.550 euro voor geraamde exploitatie-ontvangsten
Uit het budget blijkt een tekort van 691.911 euro aan exploitatiekosten en 10.925 euro voor investeringen.
De gemeente Kapelle-op-den-Bos zal een voorschot van 375.000 euro storten aan WIKA (cfr. goedgekeurd addendum dd. 19/12/2022). Daarnaast zal de gemeente instaan voor de investeringen in het zwembad en is een investeringssubsidie voorzien in 2023 die zal worden overgeboekt naar 2024. Eventuele overschotten worden na het afsluiten van de jaarrekening terugbetaald aan de gemeente.
De kredieten zijn voorzien op jaarbudgetrekening S1O1P2A3/0742-00/6430100 en RFIN/0742-00/6640000.
Art. 1 Het budget van de projectvereniging "WIKA" - dienstjaar 2024 - wordt goedgekeurd.
Art. 2 Afschrift van onderhavige beslissing zal worden overgemaakt aan:
De raad keurt het trajectoptimalisatie werkingsgebieden cfr. Regiodecreet goed.
Overwegend dat de gemeente Kapelle-op-den-Bos aangesloten is bij Intradura die werd opgericht op 27 april 2017.
Overwegend dat Intradura een intergemeentelijke opdrachthoudende vereniging is die wordt beheerd door het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de inwerkingtreding van het Regiodecreet.
Gelet op het schrijven van OVAM en ABB, aan de afvalintercommunales en de gemeenten, inzake de opstart van een gezamenlijk bottom-uptraject om te komen tot een optimalisatie van de werkingsgebieden van de afvalintercommunales.
Gelet op brief van 20 november 2023 waarbij de gemeente gevraagd wordt haar intentie kenbaar te maken aan Intradura, vóór 19 januari 2024.
Art. 1 De gemeente Kapelle-op-den-Bos zal geen afwijkingsaanvraag indienen bij de Vlaamse Regering daar zij reeds conform is met de regiovorming.
Art. 2 Deze beslissing wordt overgemaakt aan Intradura - Dorent 5 te 1620 Drogenbos, tav Ann Scheys of via mail aan ann.scheys@intradura.be.
Art. 3 Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
De raad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de Kerkfabriek Sint-Niklaas van het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos goed.
De aanpassing van het meerjarenplan voor het budgetjaar 2023 van Kerkfabriek Sint-Niklaas, ingediend door het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos, ingekomen bij het gemeentebestuur op 28 november 2023.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40, 41, 285-288, 330-334.
Het decreet van 7 mei 2004 houdende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 45-50.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 tot wijziging van het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst.
De omzendbrief BB 2013/01 houdende de boekhouding van de besturen van de eredienst.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en latere wijzigingen.
In sommige gevallen moet een eredienstbestuur het meerjarenplan herzien en een gewijzigd meerjarenplan opmaken:
Als het budget niet of niet meer past binnen het laatst goedgekeurde meerjarenplan dringt een gewijzigd meerjarenplan zich op. Een budget past niet in het meerjarenplan als er voor die aanpassing een wijziging van het meerjarenplan nodig is.
Voor 2023 is er een tekort op de voorziene budgetten voor het onderhoud van de gebouwen. Een aanpassing van het budget dringt zich op. In het laatste goedgekeurde meerjarenplan bedroeg de gemeentelijke exploitatietoelage 18.000 euro in 2023. Deze zou nu worden opgetrokken tot 26.423,71 euro. Voor 2024 is in de aanpassing van het meerjarenplan een bijdrage van 20.000 euro voorzien in plaats van 17.000 euro en in 2025 wordt dit 20.500 euro in plaats van 17.000 euro.
De beslissing van 15 mei 2023 van de Kerkraad van de voormelde Kerkfabriek, waarbij de aanpassing van het meerjarenplan werd goedgekeurd en op 27 november 2023 aan het erkend representatief orgaan voor advies werd voorgelegd.
De Aartsbisschop van Mechelen-Brussel, in zijn hoedanigheid van erkend representatief orgaan, geeft gunstig advies over het budget.
Het advies van de financieel directeur luidt als volgt: de aanpassing van het meerjarenplan is laattijdig ingediend. Hierdoor konden de aanpassingen (verhoging) voor 2023 niet meer worden meegenomen in de aanpassing van het meerjarenplan dat op dezelfde gemeenteraad wordt voorgelegd. Voor 2024 past het budget wel binnen het meerjarenplan. Verder zijn er geen technische opmerkingen.
Art.1 De raad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van Kerkfabriek Sint-Niklaas.
- Er wordt een exploitatietoelage van 26.423,71€ voorzien in 2023, 20.000€ in 2024 en 20.500€ in 2025.
- Er worden geen investeringstoelagen voorzien.
Art.2 Deze beslissing zal worden overgemaakt aan:
- het aartsbisdom Mechelen-Brussel, Wollemarkt 15 te 2800 Mechelen.
- de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
- het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos.
De raad neemt kennis van de budgetwijziging 2023 van de Kerkfabriek Sint-Niklaas van het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos.
De aanpassing van het budget voor het budgetjaar 2023 van Kerkfabriek Sint-Niklaas, ingediend door het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos, ingekomen bij het gemeentebestuur op 28 november 2023.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40, 41, 285-288, 330-334.
Het decreet van 7 mei 2004 houdende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 45-50.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 tot wijziging van het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst.
De omzendbrief BB 2013/01 houdende de boekhouding van de besturen van de eredienst.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en latere wijzigingen.
Binnen de goedgekeurde kredieten kan een eredienstbestuur tijdens het boekjaar verschuivingen tussen posten doen (kredietverschuivingen). Zodra aan 1 van de voorwaarden van een interne kredietaanpassing niet wordt voldaan, moet een budgetwijziging worden opgemaakt.
Bij elk voorstel tot budgetwijziging moet het bestuur van de eredienst opnieuw nakijken of de voorgestelde kredietaanpassingen geen aanleiding geven tot het wijzigen van het meerjarenplan. Als de budgetwijziging niet of niet meer past binnen het laatst goedgekeurde meerjarenplan dringt een gewijzigd meerjarenplan zich op. Een budgetwijziging past niet in het meerjarenplan als er voor die aanpassing een wijziging van het meerjarenplan nodig is.
Het centraal kerkbestuur dient een budgetwijziging 2023 in voor de kerkfabriek Sint-Niklaas waarvoor eerst een aanpassing van het meerjarenplan nodig is. Namelijk de oorspronkelijk voorziene gemeentelijke exploitatietoelage stijgt.
Voor 2023 is er een tekort op de voorziene budgetten voor het onderhoud van de gebouwen. Een aanpassing van het budget dringt zich op. In het laatste goedgekeurde meerjarenplan bedroeg de gemeentelijke exploitatietoelage 18.000 euro in 2023. Deze zou nu worden opgetrokken tot 26.423,71 euro.
In de budgetwijziging wordt de exploitatietoelage 2023 verhoogd van 17.000 euro naar 25.222 euro. Dit past binnen het aangepast meerjarenplan.
De beslissing van 15 mei 2023 van de Kerkraad van de voormelde Kerkfabriek, waarbij de aanpassing van het meerjarenplan werd goedgekeurd en op 27 november 2023 aan het erkend representatief orgaan voor advies werd voorgelegd.
De Aartsbisschop van Mechelen-Brussel, in zijn hoedanigheid van erkend representatief orgaan, geeft gunstig advies over het budget.
Het advies van de financieel directeur luidt als volgt: de aanpassing van het meerjarenplan en de budgetwijziging zijn laattijdig ingediend. Hierdoor konden de aanpassingen voor 2023 niet meer worden meegenomen in de aanpassing van het meerjarenplan dat op dezelfde gemeenteraad wordt voorgelegd. Verder zijn er geen technische opmerkingen.
Art.1 De raad neemt kennis van de budgetwijziging 2023 van Kerkfabriek Sint-Niklaas.
- Er wordt een exploitatietoelage van 25.222€ voorzien in 2023.
- Er worden geen investeringstoelagen voorzien.
Art.2 Deze beslissing zal worden overgemaakt aan:
- het aartsbisdom Mechelen-Brussel, Wollemarkt 15 te 2800 Mechelen.
- de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
- het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos.
De raad neemt kennis van het budget 2024 van de Kerkfabriek Sint-Niklaas van het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos.
Het budget 2024 van Kerkfabriek Sint-Niklaas, ingediend door het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos, ingekomen bij het gemeentebestuur op 28 november 2023.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40, 41, 285-288, 330-334.
Het decreet van 7 mei 2004 houdende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 45-50.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 tot wijziging van het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst.
De omzendbrief BB 2013/01 houdende de boekhouding van de besturen van de eredienst.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en latere wijzigingen.
Als het budget past in het goedgekeurde meerjarenplan, neemt de gemeenteraad hiervan akte binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid. Zij geeft daarvan kennis aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan.
De Vlaamse Regering stelt de voorwaarden vast waaraan het budget moet voldoen om te passen in het goedgekeurde meerjarenplan. Het exploitatiebudget past in het meerjarenplan als de gemeentelijke toelage niet meer bedraagt dan wat in het meerjarenplan is goedgekeurd als gemeentelijke toelage.
De beslissing van 15 mei 2023 van de Kerkraad van de voormelde Kerkfabriek, waarbij het budget 2024 ervan werd vastgesteld, en op 17 november 2023 aan het erkend representatief orgaan voor advies werd voorgelegd.
De Aartsbisschop van Mechelen-Brussel, in zijn hoedanigheid van erkend representatief orgaan, geeft gunstig advies over het budget.
Het advies van de financieel directeur met technisch opmerkingen gaat als bijlage bij deze beslissing. Het budget werd te laat doorgestuurd naar het gemeentebestuur, namelijk op 28 november 2023 in plaats van voor 1 oktober. De aanpassing van het meerjarenplan en het aangepast budget 2023 is opgenomen in de cijfers. Deze cijfers worden ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd op 18 december 2023.
Verder zijn er geen technische opmerkingen.
Het budget 2024 past in het meerjarenplan, de gemeenteraad neemt hier akte van. De kredieten zijn voorzien op jaarbudgetrekening RVT/0790-00/6494000.
Art.1 De raad neemt akte van het budget 2024 van Kerkfabriek Sint-Niklaas.
- Er wordt een exploitatietoelage van 2.000€ voorzien in 2024
- Er wordt geen investeringstoelage voorzien in 2024.
Art.2 Deze beslissing zal worden overgemaakt aan:
- het aartsbisdom Mechelen-Brussel, Wollemarkt 15 te 2800 Mechelen.
- de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
- het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos.
De raad neemt kennis van het budget 2023 van de Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart van het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos.
Het budget 2024 van Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart, ingediend door het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos, ingekomen bij het gemeentebestuur op 28 november 2023.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40, 41, 285-288, 330-334.
Het decreet van 7 mei 2004 houdende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 45-50.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 tot wijziging van het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst.
De omzendbrief BB 2013/01 houdende de boekhouding van de besturen van de eredienst.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en latere wijzigingen.
Als het budget past in het goedgekeurde meerjarenplan, neemt de gemeenteraad hiervan akte binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid. Zij geeft daarvan kennis aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan.
De Vlaamse Regering stelt de voorwaarden vast waaraan het budget moet voldoen om te passen in het goedgekeurde meerjarenplan. Het exploitatiebudget past in het meerjarenplan als de gemeentelijke toelage niet meer bedraagt dan wat in het meerjarenplan is goedgekeurd als gemeentelijke toelage.
De beslissing van 5 juli 2023 van de Kerkraad van de voormelde Kerkfabriek, waarbij het budget 2024 ervan werd vastgesteld, en op 17 november 2023 aan het erkend representatief orgaan voor advies werd voorgelegd.
De Aartsbisschop van Mechelen-Brussel, in zijn hoedanigheid van erkend representatief orgaan, geeft gunstig advies over het budget.
Het advies van de financieel directeur met technisch opmerkingen gaat als bijlage bij deze beslissing. Het budget werd laattijdig door de kerkfabriek vastgesteld, namelijk op 5 juli 2023 na de deadline van 30 juni. Het budget werd eveneens te laat doorgestuurd naar het gemeentebestuur, namelijk op 28 november 2023 in plaats van voor 1 oktober.
Verder zijn er geen technische opmerkingen.
Het budget 2024 past in het meerjarenplan, de gemeenteraad neemt hier akte van.
Art.1 De raad neemt akte van het budget 2024 van Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart. Er worden geen exploitatie- en investeringstoelage voorzien in 2024.
Art.2 Deze beslissing zal worden overgemaakt aan:
- het aartsbisdom Mechelen-Brussel, Wollemarkt 15 te 2800 Mechelen.
- de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
- het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos.
De raad neemt kennis van het budget 2024 van de Kerkfabriek Sint-Martinus van het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos.
Het budget 2024 van Kerkfabriek Sint-Martinus, ingediend door het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos, ingekomen bij het gemeentebestuur op 28 november 2023.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40, 41, 285-288, 330-334.
Het decreet van 7 mei 2004 houdende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 45-50.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 tot wijziging van het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst.
De omzendbrief BB 2013/01 houdende de boekhouding van de besturen van de eredienst.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en latere wijzigingen.
Als het budget past in het goedgekeurde meerjarenplan, neemt de gemeenteraad hiervan akte binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid. Zij geeft daarvan kennis aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan.
De Vlaamse Regering stelt de voorwaarden vast waaraan het budget moet voldoen om te passen in het goedgekeurde meerjarenplan. Het exploitatiebudget past in het meerjarenplan als de gemeentelijke toelage niet meer bedraagt dan wat in het meerjarenplan is goedgekeurd als gemeentelijke toelage.
De beslissing van 4 juli 2023 van de Kerkraad van de voormelde Kerkfabriek, waarbij het budget 2024 ervan werd vastgesteld, en op 17 november 2023 aan het erkend representatief orgaan voor advies werd voorgelegd.
De Aartsbisschop van Mechelen-Brussel, in zijn hoedanigheid van erkend representatief orgaan, geeft gunstig advies over het budget.
Het advies van de financieel directeur met technisch opmerkingen gaat als bijlage bij deze beslissing. Het budget werd laattijdig door de kerkfabriek vastgesteld, namelijk op 4 juli 2023 na de deadline van 30 juni. Het budget werd eveneens te laat doorgestuurd naar het gemeentebestuur, namelijk op 28 november 2023 in plaats van voor 1 oktober.
Verder zijn er geen technische opmerkingen.
Het budget 2024 past in het meerjarenplan, de gemeenteraad neemt hier akte van. De kredieten zijn voorzien op jaarbudgetrekening RVT/0790-00/6494000.
Art.1 De raad neemt akte van het budget 2024 van Kerkfabriek Sint-Martinus.
- Er wordt een exploitatietoelage van 21.195,96€ voorzien in 2024
- Er wordt geen investeringstoelage voorzien in 2024.
Art.2 Deze beslissing zal worden overgemaakt aan:
- het aartsbisdom Mechelen-Brussel, Wollemarkt 15 te 2800 Mechelen.
- de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
- het Centraal Kerk Bestuur Kapelle-op-den-Bos.
De raad neemt kennis van het schrijven van de gouverneur met betrekking tot verduidelijking bij de aanbeveling rond concessieovereenkomsten.
Het schrijven van de heer Jan Spooren, gouverneur van Vlaams-Brabant, d.d. 1 december 2023 aan de colleges van burgemeester en schepenen van Meise, Londerzeel en Kapelle-op-den-Bos.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40;
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 november 2022 houdende goedkeuring concessieovereenkomst met TAAS (Trajectcontrole-as-a-service).
De gouverneur verwijst in zijn schrijven naar berichten die recent in de pers zijn verschenen met betrekking tot zijn aanbevelingen naar de colleges van burgemeester en schepenen van Tremelo en Meise in het kader van een afgesloten concessieovereenkomst voor trajectcontroles. De aanbeveling van de gouverneur bestond erin om zo snel als mogelijk te voorzien in een nieuwe concessieovereenkomst.
De gouverneur wenst enige verduidelijking te brengen bij de geformuleerde aanbevelingen:
In tegenstelling tot wat in sommige mediaberichten aangehaald wordt, werd in de gemeente Tremelo met de beslissing van de provinciegouverneur enkel de beslissing van het college van burgemeester en schepenen tot het afsluiten van de overeenkomst vernietigd. Met andere woorden, de concessieovereenkomst zelf werd niet vernietigd en is dus blijven bestaan. Immers, enkel de burgerlijke rechter kan de nietigheid van een overeenkomst uitspreken.
In de gemeente Meise is er geen sprake van enige vernietiging. Dit betekent dat in de gemeente Meise, zowel de beslissing van het college van burgemeester en schepenen als de overeenkomst zijn blijven bestaan. Ik heb de gemeente wel gevraagd, voor de rechtszekerheid, om het bevoegde orgaan te laten beslissen over het afsluiten van concessieovereenkomsten voor trajectcontroles.
In geen van beide gevallen impliceert de uitspraak van de gouverneur rechtstreeks een nietigheid van GAS-boetes. Wel moeten de GAS-wetgeving en bijbehorende procedures nog steeds worden gerespecteerd, wat onder meer inhoudt dat overtreders steeds het recht hebben om hun GAS boete aan te vechten.
Ook de gemeenten Kapelle-op-den-Bos en Londerzeel sloten een concessieovereenkomst af voor de installatie van trajectcontroles en dit in analogie met de gevoerde procedure zoals in de gemeente Meise. Voor de gemeenten Kapelle-op-den-Bos en Londerzeel zijn er echter geen klachten ingediend tegen de beslissing van de concessieovereenkomst bij de toezichthoudende overheid.
Gezien de drie gemeenten van de politiezone K-L-M dezelfde procedure gevolgd hebben voor de totstandkoming van de concessieovereenkomst voor het realiseren van trajectcontroles, heeft de gouverneur zich ook tot de gemeente Londerzeel en Kapelle-op-den-Bos gericht met zijn aanbevelingen.
De gemeenten Meise, Londerzeel en Kapelle-op-den-Bos bekijken momenteel hoe zij het best juridisch en administratief gevolg kunnen geven aan de aanbevelingen geformuleerd door de gouverneur in zijn schrijven van 1 december 2023. In ieder geval zullen zij hiertoe initiatief nemen tijdens de respectievelijke raden van januari 2024.
Art. 1 De raad neemt kennis van het schrijven van de gouverneur van 1 december 2023.
De raad neemt kennis van de stand van zaken van de werken op het openbaar domein.
Update stand van zaken werken openbaar domein.
Art. 1 De raad neemt kennis van de stand van zaken van de werken op het domein openbaar domein.
De raad keurt het sterrenregister voor stilgeboren kinderen: onderbelicht verdriet bespreekbaar maken goed.
Gehoord mevrouw Hanne Lamberts, raadslid, die namens de GROEN-fractie dit extra punt heeft toegevoegd aan de dagorde van de gemeenteraad en dit ook toelicht.
Ouders van kindjes die sterven binnen de 140 dagen na de bevruchting kunnen dit niet wettelijk laten registreren bij de gemeente. Daarom openen steeds meer steden en gemeenten symbolische sterrenregisters om deze ouders en hun kinderen een vorm van ondersteuning te geven.
Vanuit de organisatie Boven de Wolken vzw wordt een modelattest beschikbaar gesteld dat gemeenten aan ouders verstrekken wanneer ze hun kindje symbolisch willen registreren. Een eerste stap in het rouwproces is vaak de symbolische erkenning van het kindje. Het is niet omdat een baby nog niet oud genoeg is volgens de wettelijke termijnen dat het niet bestaat voor de ouders en families, en dat zij geen verdriet hebben.
Dit initiatief zou mooi aansluiten bij andere lokale initiatieven zoals de sterrenweide, het GBO nabestaanden (lotgenoten en inrichting begraafplaatsen) en het gedenksterretje.
Art. 1 De gemeenteraad beslist dat het College van burgemeester en schepenen uiterlijk 31 maart 2024 een sterrenregister voor stilgeboren kinderen opent.
De voorzitter sluit de zitting op 18/12/2023 om 21:36.
Namens Gemeenteraad,
Siebe Ruykens
algemeen directeur
Hendrik De Vleeschouwer
voorzitter van de gemeenteraad