De raad keurt de aanpassing van het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 - deel OCMW en totaal - goed.
De gemeenteraad keurt het deel aanpassing van het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 van het OCMW goed en keurt de volledige aanpassing van het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 goed.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen;
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen en latere wijzigingen;
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en latere wijzigingen;
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 - aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat het lokaal bestuur minstens één keer per jaar het meerjarenplan moet aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Als dat nodig is kunnen de kredieten voor het lopende boekjaar, 2023, ook aangepast worden.
De periode van de aanpassing van het meerjarenplan blijft altijd de initiële periode van het meerjarenplan, maar de staat van het financieel evenwicht (schema M2), het overzicht van de ontvangsten en uitgaven volgens hun economische aard (schema T2) en het overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4) moeten altijd de financiële consequenties voor ten minste 3 toekomstige boekjaren beschrijven.
Bij de aanpassing van het meerjarenplan voor de vaststelling van de kredieten voor het boekjaar 2024, moet het bestuur in de schema’s M2, T2 en T4 dus minstens de boekjaren 2020 tot 2026 opnemen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in de aanpassing van het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen en dit voor zowel de jaren 2023 als 2024.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het totale aangepaste meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Die besluitvorming verloopt als volgt:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.
Het ontwerp van meerjarenplan bevat volgende documenten:
• Strategische nota
• Financiële nota
o Het financiële doelstellingenplan (M1);
o De staat van het financieel evenwicht (M2);
o Het overzicht van de kredieten (M3).
• Toelichting
o Het overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
o Het overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
o Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
o Het overzicht van de financiële schulden (T4);
o Het overzicht van de financiële risico's;
o Beschrijving grondslagen en assumpties;
o Motivering van de wijzigingen.
o Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is.
Tenslotte worden nog documenten toegevoegd die onderdeel zijn van de documentatie.
Art. 1 De gemeenteraad keurt het deel aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 nr. 4 van het OCMW goed: bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1), de staat van het financieel evenwicht, gecorrigeerde versie (M2) en het overzicht van de kredieten (M3).
Art. 2 Het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -1.200.041 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -2.699.281 euro en het beschikbaar budgettair resultaat 2025 bedraagt: -3.899.322 euro.
De autofinancieringsmarge boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -1.196.041 euro en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt in 2025: -1.191.773 euro.
Art. 3 De kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2023-2024 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet | Totaal bedrag voor 2023 | Totaal bedrag voor 2024 |
Totaal exploitatie-uitgaven | 2.279.672 | 2.367.884 |
Totaal exploitatie-ontvangsten | 1.253.785 | 1.141.579 |
Totaal investerings-uitgaven | 281.160 | 422.700 |
Totaal investerings-ontvangsten | 0 | 60.000 |
Totaal financierings-uitgaven | 8.696 | 9.024 |
Totaal financierings-ontvangsten | 0 | 0 |
Art. 4 De gemeenteraad keurt het meerjarenplan nr. 4 2020-2026 (BP2020_2026-4) goed: bestaande uit de strategische nota, de financiële nota en de toelichting.
Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt: 623.801 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt: 1.022.588 euro en het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 1.646.389 euro.
Er zijn geconsolideerd geen onbeschikbare gelden.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt: 1.646.389 euro.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge boekjaar in 2025 bedraagt: 263.452 euro en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt: -55.494 euro.
Art. 5
De kredieten van de gemeente en het OCMW voor het boekjaar 2023-2024 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet | Totaal bedrag gemeente 2023 | Totaal bedrag gemeente 2024 | Totaal bedrag OCMW 2023 | Totaal bedrag OCMW 2024 |
Totaal exploitatie-uitgaven | 13.676.800 | 14.484.738 | 2.279.672 | 2.367.884 |
Totaal exploitatie-ontvangsten | 17.292.544 | 16.852.919 | 1.253.785 | 1.141.579 |
Totaal investerings-uitgaven | 7.945.883 | 7.693.565 | 281.160 | 422.700 |
Totaal investerings-ontvangsten | 942.245 | 3.864.446 | 0 | 60.000 |
Totaal financierings-uitgaven | 972.528 | 1.383.608 | 8.696 | 9.024 |
Totaal financierings-ontvangsten | 3.148.265 | 4.146.148 | 0 | 0 |