Op 15 februari 2016 werd het samenwerkingsakkoord over BeSt-Add in het Belgische Staatsblad gepubliceerd. In dit samenwerkingsakkoord worden de eenmaking van de wijze waarop gerefereerd wordt naar adressen en de koppeling van adresgegevens georganiseerd.
Bedoeling is om tot een logische, transparante en uniforme werkwijze te komen bij het vaststellen en toekennen van adressen en huis- en busnummers.
De administratie wordt vaak geconfronteerd met ‘niet-officiële’ adressen die in de loop der jaren onterecht en op foutieve wijze in gebruik werden genomen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat er op niet eenduidige manier werd genummerd of nummers toegekend werden zonder stedenbouwkundige vergunning.
Door een eenduidige manier van het toekennen van adressen en nummers is het voor hulpdiensten makkelijker en sneller om locaties te traceren in noodgevallen. Ook voor een goede coördinatie tussen de verschillende gemeentelijke diensten is het onontbeerlijk dat eenzelfde entiteit in alle bestanden op dezelfde manier geïdentificeerd kan worden.
De gemeente Kapelle-op-den-Bos, Londerzeel en Meise wensen een gezamenlijk huishoudelijk reglement op te maken zodat er uniformiteit is binnen de hele politiezone KLM, rekening houdend met de onderrichtingen en aanbevelingen van het Best-Add decreet.
Amendement proKA.
Aanpassing van artikel 20:
De individuele gevolgen en kosten van dergelijke vernieuwingen en/of wijzigingen worden ten laste genomen van het gemeentebestuur.
Stemming amendement:
3 stemmen voor, bij 16 stemmen tegen.
Het amendement wordt niet weerhouden.
Definities
Adres: informatie die toelaat op een gestructureerde en unieke manier te verwijzen naar een verblijfplaats, ligplaats, standplaats of perceel op basis van de naam van de gemeente, de straatnaam of in sommige gevallen het adresgebied, het huisnummer, busnummer en postcode.
Adresseerbaar object: geografisch object dat overeenkomstig het CRAB-decreet met een adres kan worden geïdentificeerd.
Bijgebouw: een aanhorigheid van een (hoofd)gebouw zoals loodsen, schuren, stallen, werkplaatsen, garages, garagecomplexen of hangars e.a. en zoals stedenbouwkundig vergund of vergund geacht. Bij kadastrale afsplitsing van het bijgebouw blijft het de functie bijgebouw aanhouden.
Bouwlaag: een verdieping in een gebouw met één of meerdere gebouweenheden. Verdiepingen met dakappartementen worden ook als bouwlagen beschouwd.
Busnummer: officieel toegekende numerieke code die wordt toegevoegd aan het huisnummer om meerdere verblijfsobjecten, standplaatsen, ligplaatsen of percelen te onderscheiden die hetzelfde huisnummer hebben.
Gebouweenheid: de kleinste eenheid binnen een vergund hoofdgebouw die geschikt is voor woon-,bedrijfsmatige en die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde ruimte. Een gebouweenheid is in functioneel opzicht zelfstandig.
Hoofdgebouw: gebouw op het goed dat door zijn indeling, ligging en functie de hoofdbestemming van het goed omvat en aldus stedenbouwkundig vergund is of vergund geacht en conform de regelgeving van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening (VCRO) bestemd is.
Hoofdtoegang: de ingang aangeduid op de stedenbouwkundige plannen als hoofdtoegang of de ingang die langs de straatzijde toegang geeft tot het (appartements)gebouw.
Hoofdweg: uitgeruste, openbare verbindingsweg in een gebied.
Huisnummer: alfanumerieke code officieel toegekend aan gebouweenheden, ligplaatsen, standplaatsen of percelen.
Ligplaats: een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen plaats in het water al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.
Openbare, uitgeruste weg: in de wetgeving wordt er geen definitie gegeven van het begrip ‘openbare weg’. Vanaf het ogenblik dat een weg openstaat voor het verkeer, wanneer er geen enkele aanduiding vermeldt dat het een private weg is en wanneer de weg gebruikt mag worden door eenieder, betreft het een openbare weg. Een uitgeruste weg wordt in de codex ruimtelijke ordening gedefinieerd als een met duurzame materialen verharde weg en voorzien van een elektriciteitsnet.
Perceel: een perceel is een deel van het grondgebied officieel vastgesteld met een kadastraal of administratief doel.
Standplaats: een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.
Hoofdstuk 1: toepassingsgebied en bevoegdheid
Artikel 1. Het toekennen van adressen is een handeling waarmee ofwel een nieuw adres wordt toegekend, ofwel een bestaand adres wordt gewijzigd of verwijderd.
- Een adres wordt toegekend wanneer een vergunning is afgeleverd waarin een noodzaak tot adrestoekenning en/of wijziging voorkomt.
- Een adres wordt toegekend na positief advies van het college voor die gevallen waarin geen vergunning vereist is.
Artikel 2. Het college is bevoegd voor de nummering en de wijzing van nummering van huizen en gebouwen (zoals commerciële gebouwen, kantoren, bedrijven, openbare gebouwen, kerken, zorginstellingen e.d.), de nummering van vergunde wooneenheden binnen meergezinswoningen, de nummering van meerdere vergunde eenheden binnen gebouwen en het proactief nummeren van onbebouwde percelen die in een gebied liggen waarin kan gebouwd worden.
Wanneer er bij een adreswijziging en/of inschrijving in het bevolkingsregister blijkt dat er geen stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning of een opname in het vergunningenregister geldig is voor de woongelegenheid, kan er enkel ingeschreven worden onder voorlopige inschrijving, conform de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en latere wijzigingen, meer bepaald hoofdstuk 1 artikel 1.
Huis- of busnummers zonder onderliggende stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning of een opname in het vergunningenregister voor een pand of opdeling kunnen worden geschrapt door het college of de gemachtigd ambtenaar. Onder onvergunde situaties worden o.a. verstaan: een onvergund gebouwde wooneenheid, woningopsplitsing, gebruik niet conform functie, etc.;
Om de authentieke adresbronnen up-to-date te houden, is het absoluut noodzakelijk om niet alleen een nieuw huisnummer dat officieel is toegekend door het college te communiceren, maar ook om nummers te verwijderen. Deze opheffing moet worden uitgevoerd volgens dezelfde procedure als het creëren van huisnummers.
Het college kan deze bevoegdheid delegeren aan een of meerdere medewerkers van de gemeentelijke administratie.
Artikel 3. Enkel de gemeenteraad is bevoegd om straatnamen op haar grondgebied, met inbegrip van straatnamen in industrie-of havengebied, te bepalen, wijzigen of af te schaffen.
Artikel 4. Straatnamen worden toegekend volgens het Decreet tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen van 28 januari 1977 en latere wijzigingen.
Hoofdstuk 2: straatnamen
Artikel 5. Elke uitgeruste weg met een openbaar gebruik en die toegang geeft tot een gebouweenheid, standplaats of ligplaats moet een straatnaam hebben.
De straatnaam moet gelden voor de volledige lengte van de weg.
De gemeenteraad kan eveneens straatnamen toekennen aan publiek toegankelijke wegen die geen toegang geven tot gebouweenheden, standplaatsen of ligplaatsen.
Als een weg zich uitstrekt over het grondgebied van meerdere gemeenten en die weg dezelfde naam behoudt, dan moeten die gemeenten erop toezien dat de spelling van die straatnaam in alle betrokken gemeenten dezelfde is.
Wat betreft de wegen waar huisnummers aan de ene kant van de weg onder de bevoegdheid van een gemeente vallen en de huisnummers aan de andere kant van de weg onder de bevoegdheid van een andere gemeente vallen, moeten die gemeenten ervoor zorgen dat de straatnaam dezelfde is.
Artikel 6. Bij het toekennen van een straatnaam wordt rekening gehouden met volgende criteria:
Artikel 7. Wanneer de gemeenteraad een nieuwe straatnaam toekent, mag er geen straatnaam toegekend worden die een homoniem is van een andere straatnaam binnen dezelfde gemeente.
Meerdere straten met fonetisch dezelfde naam worden beschouwd als homoniemen (bv. Speldstraat en Speltstraat of Stationstraat en Stationsstraat of Van Beverenstraat en Vanbeverenstraat).
Artikel 8. Bij het toekennen van een straatnaam wordt ten stelligste afgeraden:
Artikel 9. Indien een fusie van gemeenten aanleiding geeft tot nieuwe homoniemen of tot verwarring van straatnamen moeten de aldus ontstane homoniemen weggewerkt zijn op het moment van de voltrekking van de fusie.
Artikel 10. De straatnamen worden vermeld op borden die leesbaar worden aangebracht op plaatsen waar dat nodig blijkt te zijn, waaronder op verkeerskruispunten.
Naast de straatnamen staat op het bord bij voorkeur ook de naam van de gemeente en/of van het adresgebied vermeld zonder dat deze naam echter deel uitmaakt van de officiële straatnaam.
Hoofdstuk 3: huisnummers
Artikel 11. Alle door het college toegekende huisnummers moeten duidelijk en zichtbaar zijn aangebracht op de adresseerbare objecten of hun toegangen, zodat het nummer zichtbaar is vanaf de openbare, uitgeruste weg.
Als een adresseerbaar object niet langs de openbare, uitgeruste weg gelegen is, dan moet er zichtbaar een huisnummer worden aangebracht op de hoofdtoegang die uitgeeft op de openbare, uitgeruste weg.
Artikel 12. Bij vergunde hoofdgebouwen met exact één gebouweenheid krijgt de gebouweenheid een huisnummer.
Een gebouweenheid krijgt in de regel slechts één adres. Enkel bij een aantoonbaar of groot maatschappelijk belang kan één of meerdere extra adressen toegekend worden.
Wanneer er afzonderlijke hoofdtoegangen voor verschillende gebouweenheden zijn, dan heeft elke gebouweenheid een verschillend huisnummer en de busnummering gebeurt dan afzonderlijk voor elk van die delen (uitzondering kan op gemeenschapsvoorzieningen).
Zijn er meerdere gebouweenheden dan krijgt het gemeenschappelijk deel een huisnummer terwijl de andere gebouweenheden een busnummer kunnen krijgen.
Gebouwen die oorspronkelijk een eengezinswoning waren en waarin door verbouwingswerken aparte woongelegenheden werden gecreëerd zonder de nodige vergunningen, blijven beschouwd als een eengezinswoning en hebben slechts 1 huisnummer zonder bijkomende busnummers.
Er kunnen enkel bijkomende busnummers worden toegekend wanneer kan bewezen worden, aan de hand van foto’s, vergunningen, verklaringen,… dat de eerste bewoning van de appartementen van voor 1 mei 2000 was en er geen werken aan te pas kwamen waarvoor een vergunning vereist was.
Bij een conciërgewoning in een eengezinswoning kan maar 1 huisnummer voor de woning en conciërgewoning toegekend worden, ook geen busnummers.
Wanneer de conciërgewoning in een gebouw (bv. ontmoetingsruimte, loods,…) en in woongebied ligt volgens het gewestplan, dan kan er eventueel een apart huis- of busnummer worden toegekend, indien hiervoor een aparte ingang bestaat. Wanneer de conciërgewoning verdwijnt wordt ook het huis- of busnummer verwijderd.
Bijgebouwen worden niet afzonderlijk genummerd.
Elke standplaats en ligplaats moet eveneens een huisnummer en desgevallend een busnummer krijgen.
De huisnummering van het adresseerbaar object wordt bepaald door de positie van de hoofdtoegang vanaf de openbare, uitgeruste weg (behoudens uitzonderingen toegekend door het college).
Indien een adresseerbaar object dat een huisnummer moet toegekend krijgen, slechts bereikbaar is via een private weg, worden de huisnummers toegekend daar waar er een toegang is tot deze private weg, met dien verstande dat het huisnummer, en desgevallend de naam van de private weg, duidelijk moeten worden aangebracht daar waar de private weg uitmondt op de uitgeruste, openbare weg.
De nummerreeksen hebben bij voorkeur als beginpunt hetzij een hoofdweg of het gemeentehuis en de reeksen moeten, logisch oplopend zijn (2-4-6-8-… en niet 4-6-2-8).
De onpare nummers worden bij voorkeur toegekend aan de linkerkant van de straat vanaf het vertrekpunt, en de pare nummers aan de andere kant, bij voorkeur de rechterkant vanaf het vertrekpunt.
Voor openbare pleinen, woonerven en in straten met één huizenrij waar aan de andere kant geen rij opgericht kan worden, wordt vanuit een bepaald punt vertrokken en ernaar teruggekeerd, na de volledige ronde gedaan te hebben.
De nummerreeks begint op de linkerkant gezien van de hoofdweg waar ze zich aansluiten en er wordt dus afwisselend even en oneven genummerd.
Waar er onbebouwde terreinen tussen reeds bebouwde terreinen liggen, kan de gemeente voor de toekomst voldoende huisnummers voorbehouden voor de gebouwen die nog gebouwd zouden kunnen worden. Een huisnummer kan toegekend worden vanaf een minimale perceelbreedte van 7 meter in rijbebouwing, voor halfopen bebouwing minimale perceelbreedte van 10 meter en voor open bebouwing minimaal 15 meter. Het toekennen van een nummer aan een onbebouwd terrein zegt niets over de bebouwbaarheid van het perceel.
Aan een onbewoonbaar verklaarde woning, met hoofdtoegang aan de openbare, uitgeruste weg, dat deels is afgebroken of in bouwvallige toestand verkeert, zodat de gebouwen niet meer als woongelegenheid kunnen beschouwd worden, zal bij de nummering rekening gehouden worden met de logische schatting zoals bij de onbebouwde percelen.
Elk nieuw huis- of busnummer of elke hernummering wordt door de dienst ruimtelijke ordening aangepast in het Adressenregister en gemeld aan de dienst bevolking.
Bij nieuwbouw van gebouwen of woongelegenheden wordt het toegekende huisnummer en/of busnummer vermeld in het attest ‘toekenning huisnummer. Dit attest wordt als bijlage bij de omgevingsvergunning gevoegd.
Artikel 13. Wanneer een adresseerbaar object zich nabij een gemeentegrens bevindt, dan gelden volgende regels:
Artikel 14. Wanneer de ene kant van de weg op het grondgebied ligt van een gemeente en de overkant van de weg ligt op het grondgebied van een andere gemeente, dan moeten deze gemeenten:
Artikel 15. Bij het toekennen van een huisnummer wordt rekening gehouden met volgende criteria:
Hoofdstuk 4: busnummers
Artikel 16. Als er voor één hoofdgebouw meerdere gebouweenheden bestaan, dan moet het college aan elk van deze gebouweenheden een busnummer toekennen terwijl aan de gemeenschappelijke delen geen busnummer mag worden toegekend, maar wel een huisnummer.
Artikel 17. Elk busnummer wordt verplicht vermeld op de bijbehorende brievenbus, indien deze bestaat. De eigenaar moet het busnummer ook vermelden op bellen, in de lift en naast particuliere toegangsdeuren van appartementen.
Indien er slechts één brievenbus is voor meerdere busnummers, dan moeten alle busnummers vermeld worden op die brievenbus.
Er mag maar één brievenbus zijn per adres.
Artikel 18. Bij het toekennen van busnummers wordt rekening gehouden met volgende criteria:
Hoofdstuk 5: postcode
Artikel 19. De postcodes en hun systematiek behoren aan Bpost in eigendom toe.
Postcodes kunnen enkel op voorstel van Bpost worden toegekend en gewijzigd, en na gemotiveerd advies van het BIPT en de goedkeuring van de Minister overeenkomstig artikel 135 van de wet van 21 maart 1991.
Hoofdstuk 6: hernummering
Artikel 20. Het college kan steeds beslissen om de nummering van huizen, gebouwen en entiteiten in bepaalde straten te herzien, te verbeteren, te schrappen of aan te vullen. Dit om situaties in overeenstemming te brengen met dit reglement, verwarring te voorkomen, bij een te groot aantal extensies of nieuwbouw of wanneer dit in het kader van het lokale beleid of de openbare veiligheid noodzakelijk is.
De individuele gevolgen en kosten van dergelijke vernieuwingen en/of wijzigingen kunnen niet ten laste worden gelegd van het gemeentebestuur.
Artikel 21. De bewoners en eigenaars van een straat die hernummerd wordt of van panden waar huis- of busnummers worden hernummerd of afgeschaft, worden daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht door het gemeentebestuur.
De eigenaar of syndicus moet het nieuw toegekende nummer binnen de 30 kalenderdagen na de beslissing van het college aanbrengen.
Artikel 22. Het gemeentebestuur voert de nieuwe huis- en busnummers in via het Adressenregister alsook nummerwijzigingen en afschaffing van huis- en busnummers.
Hoofdstuk 7: sancties
Artikel 23. Nummers van huizen en gebouwen mogen niet gewijzigd of verwijderd worden zonder voorafgaande goedkeuring van het college of gemachtigde ambtenaar.
Artikel 24. De gebruiker, eigenaar of houder van een zakelijk recht is verplicht om de door het college toegekende huisnummers duidelijk en zichtbaar aan te brengen op het gebouw, standplaats, ligplaats of aan de toegang ervan, zodat het nummer zichtbaar is vanaf de openbare weg.
Als het gebouw, standplaats of ligplaats niet langs de uitgeruste, openbare weg gelegen is, dan moet er zichtbaar een huisnummer worden aangebracht op de hoofdtoegang die uitgeeft op de openbare weg.
In appartementsgebouwen moet elk appartement ook op de ingangsdeur een nummer dragen dat overeenstemt met het nummer van de brievenbus.
Na toekenning van een nieuw huisnummer, of in geval van wijziging van het huis- of busnummer mag het oude nummer maximaal nog één jaar behouden blijven. Het wordt met een zwarte streep doorgehaald
Bij nieuwbouw moet de aanvrager het huisnummer uiterlijk 30 kalenderdagen na voltooiing van de werken of ingebruikname van de gebouwen aanbrengen.
Als werken aan het gebouw de verwijdering van het huisnummer vereisen, dient dit nummer ten laatste acht dagen na de beëindiging van de werken te worden hersteld.
Het is verboden op welke manier dan ook de toegekende huisnummers en straatnaamborden te verbergen, af te rukken, te beschadigen of te doen verdwijnen.
Artikel 25. Bomen, beplantingen en hagen dienen zodanig onderhouden te worden dat er geen huis- en busnummers door overhangende takken aan het zicht vanaf de openbare weg onttrokken worden.
Indien door de gemeentediensten wordt vastgesteld dat de adres- en busnummers niet of slecht leesbaar zijn vanaf de openbare weg zal het college de eigenaar, syndicus, of beheerder van het gebouw verzoeken om de leesbaarheid in orde te brengen.
Artikel 26. Indien blijkt dat bovenstaande bepalingen niet nageleefd worden, kan het de sanctionerende ambetnaar een GAS-boete opleggen (zie ook politiereglement titel 6, artikel 149).
Hoofdstuk 8: algemene bepalingen
Artikel 27. Reeds toegekende straten en nummers hoeven niet gewijzigd te worden volgens de bepalingen van het huidige reglement. Bestaande situaties kunnen behouden blijven indien deze niet voor verwarring zorgen.
Artikel 28. Het college kan bij gemotiveerd besluit afwijken van voorgaande bepalingen.
Artikel 29. De toepassing van dit reglement geef geen aanleiding tot stedenbouwkundige rechten.
De toekenning van een huis- of busnummer betekent in geen geval de legalisering van de situatie op gebied van sociale, veiligheids-, gezondheids-, stedenbouwkundige wetten of ruimtelijke planning.
Juridische en administratieve procedures van niet naleving van bovenvermelde materies kunnen altijd opgestart of voortgezet worden ondanks toekenning van een nummer of busnummer.
Artikel 30. Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt en treedt in voege overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.